“Ook mensen die eenzaam zijn hebben nood aan Bewegen Op Verwijzing”

“In het begin was ik afwachtend. Want wat moest ik als maatschappelijk werker nu doen met iets als Bewegen Op Verwijzing?”, zegt Greet Rozeboom van het OCMW in Herne. “Maar al snel bleek dat dit concept wel degelijk z’n plaats heeft in een OCMW. Wij zijn immers niet alleen meer de plek waar mensen in armoede komen. Een OCMW wordt meer en meer gezien als een sociaal huis waar je voor heel veel dingen terechtkan. Je vindt hier bijvoorbeeld ook juridische en psychologische ondersteuning. Of hulp bij huisvestingsproblemen. Bewegen Op Verwijzing past perfect in dat plaatje. Net zoals onze andere diensten, geeft een Bewegen Op Verwijzing-coach immers ook raad op maat, het is goedkoop en de coach spreekt met kennis van zaken.”

Wat is de meerwaarde van Bewegen Op Verwijzing voor jullie doelgroep?

“Die ligt niet alleen op het fysieke en het sportieve vlak, maar ook op het sociale. Cliënten motiveren om buiten te komen, hen andere mensen laten ontmoeten, is voor mij zeker zo belangrijk als het bewegen op zich. Want ook daar heeft onze doelgroep nood aan. Mensen in armoede hebben bovendien het gevoel dat ze gebonden zijn, dat ze niet zelf hun eigen keuzes kunnen maken. Bewegen Op Verwijzing geeft hen beslissingsrecht over hun eigen leven. Want meer beweging is een beslissing die ze zélf kunnen nemen. Het enige wat wij doen, is hen erover informeren”

Wie verwijs je door?

“Bij mensen die zelf zeggen dat ze willen afvallen of dat ze meer zouden moeten bewegen, is het natuurlijk duidelijk. Maar soms zien we ook cliënten die zich eenzaam voelen. En als ik merk dat mensen amper nog buitenkomen, vind ik dat óók een aanzet om over Bewegen Op Verwijzing te beginnen. Of cliënten die wel willen bewegen, maar dat niet alleen willen doen en niet zelf de stap durven zetten naar een vereniging of sportclub. In dat geval kan de Bewegen Op Verwijzing-coach de contacten leggen, waardoor de cliënt misschien voor lange tijd vertrokken is.”

Ken jij de coach zelf ook?

“Ja, en dat contact vind ik heel belangrijk zodat je weet wat je aan elkaar hebt. Als je de coach vertrouwt, hoef je ook dat niet bang te zijn om iemand door te verwijzen. Dan weet je dat de coach zich in elke situatie zal weten te redden en zal doen wat mogelijk is. Is dat vertrouwen er niet, dan zal je sneller twijfelen en je afvragen of de doorverwijzing wel goed zal aflopen. Want wij kunnen wel doorverwijzen, maar het ligt uiteindelijk aan kwaliteiten van de coach of de cliënt na het eerste gesprek nog verder gaat.”

Hoe verloopt jouw samenwerking met de coach?

“Het helpt dat onze coach met de cliënt afspreekt in het OCMW, waardoor we elkaar regelmatig in de gang tegen het lijf lopen. We zien elkaar ook op een stuurgroep rond Bewegen Op Verwijzing. Ik bespreek soms met haar of ze een bepaalde cliënt ziet zitten en eigenlijk zegt ze altijd ja. (lacht) Als ik weet wat de cliënt belangrijk vindt en wat de coach zou moeten oppikken, geef ik dat ook door aan haar. Ik probeer de schakel tussen de twee te zijn.”

Staan je cliënten altijd open voor Bewegen Op Verwijzing?

“Ik vind van wel. En als ze toch neen zeggen, hebben ze tenminste de informatie meegekregen. Dan kunnen ze erover nadenken en achteraf nog beslissen om ervoor te gaan. Ook een doorverwijzing waar niks mee gebeurt, kan positief zijn. Misschien zorgt het er wel voor dat ze uit zichzelf eens te voet naar de bakker gaan, of wat meer in de tuin gaan werken. En misschien zeggen ze tegen mij nee, maar zien ze later bij de apotheker opnieuw een foldertje en nemen ze het dan wel mee. Mensen zijn niet altijd van de eerste keer overtuigd.”

Vind je het moeilijk om mensen aan te sporen om meer te bewegen?

“Nee, ik kijk naar wat ze zelf vertellen en ik probeer daarop in te pikken. Als mensen zeggen dat ze altijd binnen zitten, kan je vragen waarom. Willen ze daar iets aan veranderen en wat kan hen daarbij helpen? Of iemand die zegt dat hij vroeger veel tenniste. Dan kan je vragen waarom hij gestopt is en of hij zin heeft dat niet opnieuw te gaan doen. Het gebeurt nooit dat ik zomaar zeg: jij moet gaan sporten en ik verwijs je door. Als je goed luistert, ontdek je vanzelf wel signalen waarom mensen iets kunnen hebben aan Bewegen Op Verwijzing.”

Wat haal jij er als maatschappelijk werker voor jezelf uit?

“Ik vind het fijn om met een andere materie bezig te zijn, om over een project na te denken, samen te werken, daar deel van uit te maken. En het is tof om te zien dat mensen daar iets aan hebben, dat ze er blij van worden. Het doet deugd als ik merk dat een cliënt enthousiast tegen de coach begint te vertellen over wat hij de voorbije week allemaal van beweging gedaan heeft.”

Wat is de belangrijkste troef van Bewegen Op Verwijzing?

“Het is er voor iedereen, jong en oud. Het is geen Start to Run waar je na zoveel weken zoveel kilometer moet kunnen lopen. Hier moet je niet mee met de groep. Je hoeft geen specifiek doel te bereiken, maar je gaat wel vooruit. Het is belangrijk dat mensen weten dat de lat niet superhoog ligt en dat ze geen marathon moeten lopen. Gewoon je vrienden en familie weer te voet kunnen gaan bezoeken, zoals een cliënt vooropstelde, is al voldoende.”