Een grote discussie vandaag gaat over de smaakjes in e-liquids (flavours) en de rol die deze zoete smaakjes, fruitsmaakjes, smaakjes met kinderlijke namen … kunnen spelen bij het beginnen vapen door minderjarigen en bij een mogelijk opstap van e-sigaret- naar tabaksgebruik.

Deze smaakjes spelen inderdaad een rol bij de aantrekkingskracht die e-sigaretten op sommige jongeren hebben. In veel landen zijn ze daarom onderwerp van fel debat. Soms worden drastische oplossingen gevraagd, aangekondigd of ingevoerd. Zoals een smaakjesverbod of het alleen nog toelaten van tabakssmaak.

Maar de smaakjes zijn ook belangrijk voor volwassen rokers.

Smaakjes ook populair bij volwassen rokers

In ons land pleiten de experten van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) in het nieuwe advies over de e-sigaret niet voor een totaalverbod op aroma’s in vloeistoffen, wel voor een betere regulering. Waarom? Omdat zo’n verbod volgens de HGR “niet verenigbaar dreigt te zijn met de noden van de gebruikers en daarom bij hen zou kunnen leiden tot frustratie; het risico bestaat dan dat zij stoppen met de e-sigaret en weer klassiek gaan roken. Men mag ook niet uit het oog verliezen dat er een aanzienlijke markt is voor aroma's (meer bepaald toegelaten aroma's voor voedingswaren), die men kan kopen en aan e-vloeistoffen toevoegen” (p. 31).

Wie zijn die “gebruikers met noden” in het citaat hierboven? Volwassen rokers. Uit onderzoek blijkt inderdaad dat zij ook van zoete smaakjes en fruitsmaken houden. Die spelen een rol bij de aantrekkelijkheid van het minder schadelijke alternatief, dat de e-sigaret is, en bij het stoppen met roken van tabak. Als alleen nog tabakssmaakjes worden toegestaan, dan wordt de e-sigaret wellicht minder aantrekkelijk voor rokers (zij proberen vaak net weg te raken van die smaak en kiezen bewust voor een andere).

Niet verbieden, wel meer kwaliteit en veiligheid

Wat de HGR wel voorstelt is een strikte en veel betere regulering van deze smaakstoffen, waarbij de veiligheid verhogen prioriteit wordt voor de nabije toekomst: “De experten zijn van mening dat een (beperkte) positieve lijst van onschadelijke stoffen moet opgesteld worden waarvan de aanwezigheid als additieven toegelaten kan worden in e-sigaretten, dit in de plaats van de meer dan 1800 stoffen die op dit ogenblik toegelaten zijn. De toxicologische eigenschappen van de overgrote meerderheid van deze stoffen is onvoldoende gekend. Het gaat vooral om smaakstoffen of aroma’s. Enkel deze additieven mogen toegelaten worden waarvan redelijkerwijze vaststaat dat ze onschadelijk zijn voor de gezondheid.” (Zie advies vanaf p. 31)

Smaakjesgebruik door jongeren beter monitoren en marketing controleren

Rookstoporganisatie ASH-UK stelt in een recente ‘myth buster’ over de e-sigaret dat het niet klopt dat de smaakjes de belangrijkste reden zijn voor kinderen op te vapen (zie argumentatie p. 8). ‘Om het eens te proberen’ en ‘omdat anderen het doen’ spelen een grotere rol.

Hoe het smaakjesgebruik van jongeren preciezer inschatten?

Een systematische review van 4 Engelse universiteiten bekijkt 58 studies, het gaat in totaal over de meningen en ervaringen van meer dan 500.000 minderjarigen. Besluit is dat smaakjes een belangrijke rol kunnen spelen bij beginnen vapen, maar dat hun rol bij roken onduidelijk is: “Flavours may be an important motivator for e-cigarette uptake, but the role of flavours in tobacco smoking uptake or cessation is unclear. The quality of the evidence on use of e-cigarette flavours by young people is low overall.”

Hoofdonderzoekster professor Notley (University of East Anglia) gaat in deze commentaren in op haar studie en maakt daarbij het onderscheid tussen jongeren die al roken en jongeren die nooit gerookt hebben: “We found that flavoured e-liquids are an important aspect of vaping that young people enjoy. This suggests that flavoured products may encourage young people to switch away from harmful tobacco smoking towards less harmful vaping. Flavours may be an important motivator for e-cigarette uptake – but we found no evidence that using flavoured e-liquids attracted young people to go on to take up tobacco smoking. And we also found no adverse effects or harm caused by using liquid vape flavours. However, there is also a need to monitor flavour use to ensure that young people who have never smoked are not attracted to taking up vaping. Ensuring the continued availability of a range of e-liquid flavours is likely to be important in encouraging young people who smoke to switch to vaping as a less harmful alternative.”

Smaakstoffen spelen een rol in de marketing van e-sigaretten bij jongeren. Volgens rookstoporganisatie ASH-UK is het probleem dubbel (al gesignaleerd door de organisatie in 2019): de grote hoeveelheid smaakstoffen zelf en de manier waarop ze uitgespeeld worden via “packaging, labelling and branding”, die invloed hebben op de keuzes van minderjarigen. Met name door het gebruik van opzichtig gekleurde verpakkingen, “sweet names” (verwijzingen naar snoep), “cartoon characters” (tekenfilmfiguren) enz.

Marketing is vandaag mogelijk ook aanwezig op andere manieren, bv. via de kanalen die jongeren gebruiken (sociale media enz.). Dat geldt ook voor andere nicotineproducten die onder meer op jonge gebruikers mikken (zoals nicotinezakjes).

In ons land is e-sigaretreclame niet toegelaten, maar als het gaat over mogelijke andere vormen van marketing gericht op jongeren – verpakking en uitstraling van de producten, beïnvloeding via kanalen zoals sociale media … – dan is waakzaamheid geboden. De HGR doet voorstellen om hier stappen vooruit te zetten:

  • Alleen verpakking en labelling van e-sigaretten toelaten die minderjarigen en niet-rokers ontmoedigen om gebruik te maken van het product. Meer bepaald het op de markt verbieden van producten die door hun uitstraling en design op jongeren mikken, o.a. een verbod op gebruik van felgekleurde verpakkingen, cartoonfiguurtjes, aantrekkelijke namen zoals ‘gummy bear’, het verplicht gebruiken dus van sobere tinten en kleurelementen slechts op beperkte plaatsen van de verpakkingen toelaten enz.
  • Ook vraagt de HGR aan de overheid betere controle, zodat marketing via influencers en socialemediakanalen als TikTok, Instagram, Snapchat enz. beter gemonitord en aangepakt kan worden. De inspecteurs van de FOD Volksgezondheid zouden daarom de bevoegdheid moeten krijgen om ook op socialemediakanalen te kunnen opereren.

Maar hier wordt ook opnieuw genuanceerd door de HGR. Het bestaande reclameverbod voor e-sigaretten in ons land moet volgens de HGR gehandhaafd worden en de controle op online marketing moet beter, maar dat betekent niet dat volwassen rokers niet tegelijk op andere manieren en beter moeten geïnformeerd worden over de eigenschappen van het product die voor hen essentieel kunnen zijn. “De HGR vindt het echter wel relevant om rokers te informeren over het lagere risico van de e-sigaret (in vergelijking met tabak) en over de mogelijkheden van de e-sigaret in het kader van het stoppen met roken, om hen zo bewuster te maken van de noodzaak om te stoppen met roken en van het feit dat de e-sigaret hen daar mogelijk kan bij helpen.” (zie advies, p. 11)

Wegwerp-e-sigaretten

De HGR vraagt ook om wegwerp-e-sigaretten te verbieden, vooral omwille van de “ecologische belasting”. Deze toestellen zijn inderdaad erg milieuonvriendelijk. Dat is een eerste goede reden om ze te verbieden. Maar de producten, vaak van Chinese makelij, lijken ook op de markt gebracht te zijn om een publiek van minderjarigen aan te spreken. De gebruikte smaakjes en namen lijken daarbij opnieuw belangrijk. Zo lijken ze voorbeelden van producten die via verpakking en uitstraling net proberen jongeren aan te trekken. Ook om die reden is een verbod gewenst.

In ons land mogen deze wegwerp-e-sigaretten – en e-sigaretten in het algemeen – niet verkocht worden aan minderjarigen, ook niet online. Dit verbod zou strikter moeten gehandhaafd worden. Er zou moeten nagegaan worden door de bevoegde controlediensten hoe jongeren dan toch aan deze producten raken, zodat kan ingegrepen worden.

Meer info