Snus en nicotinezakjes
Snus en nicotinezakjes zijn zakjes die de gebruiker onder de lip steekt en die daar nicotine afgeven. Snus bevat tabak, nicotinezakjes niet. Snus wordt al decennialang gebruikt in Zweden en Noorwegen. In de rest van Europa mag het niet verkocht worden. Nicotinezakjes zijn relatief nieuw.
Snus
Snus is een rookloos tabaksproduct. Het is tabak in de vorm van vochtig poeder. Het wordt geplaatst tussen de bovenlip en het tandvlees. Daar blijft het een tijd zitten en zo wordt nicotine vrijgegeven. Die wordt opgenomen via het speeksel en slijmvlies in de mond.
Snus wordt naast los ook aangeboden in kleine zakjes die lijken op theebuiltjes, met verschillend gewicht. Volgens het RIVM bevatten de zakjes 7.81 tot 20.6 mg/g nicotine.

Nicotinezakjes

Nicotinezakjes of nicotine pouches lijken wat op snus. Maar de zakjes bevatten geen tabak. In plaats daarvan zit er een vulsel (poeder) in, met smaakstoffen en nicotine gehaald uit tabaksplanten. Een veel voorkomende smaak is menthol. Maar er zijn ook fruitsmaken en zoete smaken. Ook bij deze producten zijn er verschillende sterktes. Volgens het RIVM bevat een zakje 1.6 tot 32.5 mg nicotine. De exacte hoeveelheid nicotine die opgenomen wordt, hangt af van de concentratie nicotine in het zakje/snus, de duur dat het in de mond zit en de wijze van gebruik.
Net als bij snus worden deze zakjes tussen de bovenlip en tanden gestoken. Daar geven ze de verslavende stof nicotine af. Een zakje geeft ongeveer een half uur nicotine af in de mond.
Daarnaast bestaan er nicotinevrije zakjes. Ze bevatten vaak andere stoffen, zoals vitaminen, cafeïne …
De termen ‘snus’ en ‘nicotinezakjes’ worden vaak door elkaar gebruikt.
Wettelijk kader voor nicotinezakjes en snus
Zowel nicotinezakjes als snus mogen in België niet verkocht worden. Snus is in de Europese Unie alleen toegelaten in Zweden.
Zijn snus en nicotinezakjes even schadelijk als roken?
Snus is een lagerrisicoproduct, wat betekent dat het voor rokers beduidend minder schadelijk is dan gerookte tabak. Zo doet Zweden het voor tabaksgerelateerde sterfte veel beter dan veel andere landen omdat snusgebruik er de plaats inneemt van roken. De Amerikaanse FDA heeft bepaalde snusproducten ook erkend als producten met een lager gezondheidsrisico.
Snus is, net als de e-sigaret, geen risicoloos product, maar de risico’s bij gebruik zijn dus significant kleiner dan bij het roken van klassieke tabak, die verbrand wordt.
Voor nicotinezakjes, die ook geen tabak bevatten, geldt wellicht hetzelfde. De meeste gezondheidsschade door roken is namelijk te wijten aan de verbranding van tabak, niet de nicotine. Als we kijken naar het ‘continuüm van risico’s’ van nicotineproducten, dan staan nicotinezakjes bijna helemaal onderaan, net boven de nicotinevervangers van de apotheek.
We maken onderscheid tussen volwassen rokers en jongeren als het over deze producten gaat, zoals we dat ook doen bij de e-sigaret.
Volwassen rokers die niet kunnen of willen stoppen met het gebruik van nicotine kunnen hun voordeel doen met een lager-risicoproduct (als ze bereid zijn het nog steeds bestaande risico te nemen). Wel is het zo dat in ons land snus en nicotinezakjes niet verkrijgbaar zijn. Snus is nooit toegelaten geweest. Nicotinezakjes waren kort op de markt maar zijn sinds oktober 2023 wettelijk verboden. Het lagere risicoproduct waarmee volwassen rokers hun voordeel kunnen doen is de e-sigaret.
Jongeren raden we het gebruik van deze producten af. Nicotinegebruik is minder schadelijk dan tabak roken, maar het heeft mogelijk een negatief effect op de hersenontwikkeling. Ook is nicotine een verslavende stof. Gebruik van snus, nicotinezakjes of de e-sigaret met nicotine kan jongeren met een nicotineverslaving opzadelen waar ze moeilijk weer van afraken.
Snus of nicotinezakjes op school?
Als je op school ontdekt dat een leerling ze gebruikt, dan is er niet meteen een reden tot paniek. Wel is opvolging nodig. Kies voor een gerichte aanpak in plaats van een brede communicatie om onnodige onrust te vermijden. Zo bereikt de boodschap vooral de juiste doelgroep: de jongeren die nicotinezakjes gebruiken, hun omgeving en de professionals – zoals leerkrachten – die met hen werken.
Spreek jongeren één-op-één aan en breng hun ouders op de hoogte. Informeer ook leerkrachten over hoe ze het gesprek hierover kunnen voeren. Zoals beschreven in de leerlijn verslavingspreventie is het beter om problemen met deze producten niet klassikaal te bespreken, om te voorkomen dat andere leerlingen op ideeën komen.
Wat kan je doen in een individuele aanpak?
- Speel in op de sociale norm: corrigeer misvattingen over middelengebruik. Laat jongeren niet alleen hun eigen gebruik vergelijken met dat van hun vrienden, maar ook met de volledige groep jongeren. Zo ontdekken ze dat slechts een kleine minderheid tabaks- en/of nicotineproducten gebruikt. Wist je dat 93% van de leerlingen nooit nicotinezakjes heeft gebruikt? (VAD-leerlingenbevraging; 2024).
- Geef voorlichting over de effecten van nicotine. Jongeren gebruiken nicotineproducten soms vanwege de (schijnbare) voordelen, zoals ontspanning, focus of minder stress. Nicotine werkt echter verslavend en een zakje blijft soms lang onder de lip zitten. Hierdoor krijgt je lichaam in korte tijd een hoge dosis binnen, wat de bijwerkingen zoals hoofdpijn en duizeligheid kan versterken - vooral bij jongeren die niet gewend zijn aan nicotine.
Wat als je kind nicotinezakjes gebruikt?
Als je vermoedt of ontdekt dat je kind nicotinezakjes gebruikt, is het belangrijk om dit op een rustig moment met je kind te bespreken. Open communicatie vormt de basis. Wees begripvol en luister zonder te oordelen. Vraag of je kind weleens nicotinezakjes heeft gebruikt of wat hij/zij vindt van het gebruik onder vrienden. Door een open dialoog te starten, geef je je kind de ruimte om eerlijk te zijn zonder zich aangevallen te voelen. Probeer als ouder duidelijk en eerlijk te zijn. Leg uit waarom jij niet wil dat je kind nicotinezakjes gebruikt door stil te staan bij de kortetermijngevolgen (bv. lichamelijk of financieel).
Lees ook de andere gesprekstips.