Algemene en specifieke regels e-sigaret
De algemene regels gaan ervan uit dat e-sigaretten (juridisch) gelijkwaardig zijn aan tabaksproducten. Daarom is het verboden om:
- E-sigaretten te gebruiken in gesloten publieke ruimtes. Voor de e-sigaret geldt dezelfde wetgeving over rookvrije omgevingen als voor de gewone sigaret. Volgens de wet van 22 december 2009 is het gebruik van de e-sigaret, met of zonder nicotine, verboden op alle plaatsen waar een rookverbod geldt. Dat betekent dat een e-sigaret gebruiken niet is toegelaten in openbare gebouwen, op het werk, in scholen, in het openbaar vervoer, in restaurants, cafés enzovoort. Dampen valt op al deze plaatsen onder de tabakswetgeving.
- Reclame of promotie voor e-sigaretten te maken.
- E-sigaretten te verkopen aan jongeren onder de 18 jaar
- E-sigaretten op afstand (via internet) te verkopen
De producten die in België op de markt gebracht worden moeten ook voldoen aan de normen van de productveiligheid. Bij normaal gebruik mag er geen enkel risico zijn voor de gebruiker. Bepaalde chemische stoffen (kwik, cadmium) zijn verboden in de e-sigaretten, navullingen en batterijen.
Specifieke regels e-sigaret
Er zijn ook specifieke maatregelen voor elektronische sigaretten met nicotine.
In 2016 verscheen in het Belgische Staatsblad het Koninklijk Besluit over de regeling van de elektronische sigaret. De FOD Volksgezondheid publiceerde naar aanleiding van het verschijnen daarvan een FAQ voor kopers en verkopers. Hierin staan de belangrijkste regels over de verkoop, veiligheid, etikettering, … voor ons land samengevat.
Zo mag de concentratie nicotine in de vloeistof niet meer zijn dan 20 mg/ml. Het volume van de e-sigaretnavullingen mag maximum 10 ml bedragen. De patronen voor eenmalig gebruik mogen niet meer dan 2 ml vloeistof bevatten.
De nicotine moet op een constante manier vrijkomen. En e-sigaretten en navullingen moeten een beveiliging voor kinderen hebben en onbreekbaar zijn.
Het KB zorgde voor de omzetting van de (herziene) Europese Tabaksrichtlijn van 2014. Door die richtlijn moeten e-sigaretten met nicotine aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen vanaf mei 2016. De kwaliteitsvereisten worden beschreven in artikel 20.
In de Europese Tabaksrichtlijn werd ervoor gekozen om de e-sigaret te reguleren als een breed verkrijgbaar consumptieartikel.
Hoge Gezondheidsraad: nieuwe voorstellen om e-sigaretten wettelijk te reguleren
Nicotinevrije e-vloeistoffen en ingrediënten
In het nieuwe advies doet de Hoge Gezondheidsraad (HGR) enkele aanbevelingen om de e-sigaret bijkomend te reguleren op wettelijk vlak: “De HGR is van mening dat de normen die gelden voor nicotinehoudende e-vloeistoffen ook moeten gelden voor nicotinevrije e-vloeistoffen en ingrediënten. Afgezien van de nicotine zijn de ingrediënten van deze e-vloeistoffen identiek. Er is dus geen reden om ze op een andere manier te reguleren.” (p. 9)
Rokers beter informeren over rookstop en lager risico
De HGR pleit er ook voor om rokers bijkomend te informeren via nieuwe ‘inserts’ (kleine infofiches) bij de verpakkingen: “Inserts met een onafhankelijke boodschap, bepaald door de overheid en dus niet door de producenten die commerciële belangen hebben. Deze inserts kunnen boodschappen over stoppen met roken geven voor de rokers, inclusief informatie over de e-sigaret en de relatieve risico’s ten opzichte van roken en ook informatie voor niet-rokers. Dergelijke inserts zijn wenselijk zowel bij de klassieke sigarettenverpakkingen (ook roltabak en cigarillo’s enz.) als bij de verpakkingen van e-sigaretten. In tegenstelling tot de gezondheidswaarschuwingen is het ook belangrijk dat deze inserts een positieve insteek hebben, dat ze met andere woorden rokers aanspreken en motiveren om volledig te stoppen met tabaksgebruik en daarbij de e-sigaret in een positief daglicht zetten (voor zover het de vergelijking tussen tabaks- en e-sigaretgebruik betreft). Op deze inserts kan de roker ook verwezen worden naar bijkomende hulp: vraag raad aan uw apotheker of arts of bel Tabakstop 0800 111 00.”
Ook beveelt de HGR extra gezondheidswaarschuwingen aan: “”De HGR pleit ook voor extra gezondheidswaarschuwingen bij de e-sigaret. Nu staat er enkel een waarschuwing over het verslavende aspect van nicotine. Een breder overzicht van eenvoudig geformuleerde waarschuwingen die goed kunnen begrepen worden door iedere gebruiker inclusief kort geschoolde rokers zou nuttig zijn (bv. ook waarschuwen i.v.m. dual use of om geen oliehoudende substanties te gebruiken, cfr EVALI of om de e-sigaret buiten het bereik van kinderen te houden). Als dit juridisch niet mogelijk is (cfr Tobacco Products Directive verplichting om de nicotinewaarschuwing te plaatsen (2014/40/EU)), dan kunnen extra waarschuwingsboodschappen meegenomen worden bij de inserts, maar dan zonder afbreuk te doen aan de motiverende en positieve boodschap over de e-sigaret bij rookstop en het mindere risico van de e-sigaret in vergelijking met de klassieke tabakssigaret.” (p.10)
Geen neutrale verpakkingen, wel sobere verpakkingen die niet mikken op minderjarigen
De HGR is geen voorstander van neutrale pakjes, zoals we die kennen voor klassieke sigaretten, maar wel van “een verpakking en labelling van de e-sigaretproducten die de minderjarigen en niet-rokers ontmoedigen. Hij stelt voor de producten die door uitstraling en design op jongeren mikken op de markt te verbieden, o.a. een verbod op gebruik van felgekleurde verpakkingen, cartoonfiguurtjes, aantrekkelijke namen zoals ‘gummy bear’, het verplicht gebruiken van sobere tinten en kleurelementen op beperkte plaatsen van de verpakkingen, enz.” (p. 11).
Reguleren ingrediënten en smaakstoffen via een (beperkte) positieve lijst
“De meestgebruikte categorie van additieven zijn de smaakstoffen of aroma’s. De gebruikte aroma’s in e-sigaretten zijn meestal synthetische aroma’s die ook gebruikt worden in voedingsmiddelen. Deze aroma’s worden als veilig beschouwd op basis van de gegevens geleverd door de betrokken firma’s. Echter, informatie over de inhalatietoxiciteit van de aroma's (of de verdamping daarvan) ontbreekt. Onderzoek naar de toxiciteit van deze aroma’s beperkt zich tot slechts een deel van de beschikbare aroma’s. Slechts beperkte informatie is momenteel beschikbaar over de toxiciteit van de e-vloeistof zelf.” (p. 13) (…..) “Wat de regulering van ingrediënten betreft, legt de huidige wet de verantwoordelijkheid bij de producenten waardoor op dit ogenblik meer dan 1800 stoffen genotificeerd werden en de facto toegelaten zijn. Echter is de HGR van mening dat er werk moet gemaakt worden van een (beperkte) positieve lijst waar uitsluitend ingrediënten op staan waarvan redelijkerwijs is aangetoond dat zij veilig zijn voor gebruik, ook via inhalatie, waarvan de aanwezigheid als additieven toegelaten kan worden in e-sigaretten.” (idem)
“Hoewel al de experten het eens zijn over de noodzaak van een positieve lijst zijn de meningen verdeeld over de wijze waarop deze lijst tot stand zou kunnen komen.” (p. 32)