Nicotine heeft mogelijk een negatieve impact op de hersenontwikkeling

Nicotine heeft een schadelijke invloed op de hersenen tijdens de adolescentie, dat werd aangetoond in dierstudies. Mogelijk is die invloed er ook op de nog niet-ontwikkelde hersenen van jongeren en jongvolwassenen, maar het is niet zeker of dit voor mensen ook geldt. De volledige ontwikkeling van de hersenen duurt tot het 25ste levensjaar. Meer info hierover in de factsheet ‘Roken en de hersenontwikkeling van jongeren’ van het Trimbos Instituut.

Neil Benowitz, een van de meest gewaardeerde nicotinewetenschappers ter wereld, spreekt ook over een mogelijke negatieve impact op de hersenontwikkeling bij jongeren.

Sommige wetenschappers en organisaties zetten meer vraagtekens bij de blijvende langetermijngevolgen van nicotinegebruik gedurende de adolescentenjaren. 15 voormalige voorzitters van de ‘Society for Research on Nicotine and Tobacco’ (SRNT), waaronder opnieuw Benowitz, publiceerden in 2021 een artikel in het ‘American Journal of Public Health’ over de noodzaak van een goede afweging van de risico’s en opportuniteiten van e-sigaretten. Zij geven dit antwoord op de vraag of nicotine schade toebrengt aan hersenen in ontwikkeling:

“Animal model studies have found that nicotine can affect maturation of brain parts associated with executive function and decision-making, potentially leading to more impulsive behavior, cognitive deficits, and greater likelihood to self-administer other drugs. In addition, there is evidence in humans of neurological changes attributed to nicotine in the brains of adolescent smokers, interpreted by some as reflecting similar harmful effects to those in the animal models. These studies lead some researchers to suspect that adolescent nicotine use in any form may lead to long-term structural and functional brain changes with associated negative implications for cognition or impulse control. However, given species differences and questions about the relevance of experimental animal nicotine dosing paradigms to human use patterns, the validity of extrapolation to humans is speculative. Whether impaired brain development with behavioral consequences occurs in young nicotine consumers is difficult to determine because of potential confounding of genetic and socioeconomic factors, the influence of other substance abuse, and the role of preexisting neuropsychiatric problems associated with youth smoking. Research has yet to isolate nicotine use in the adolescent years and then examine later sequelae. Still, concerns about brain function effects of nicotine exposure through vaping deserve serious examination.”

Rookstoporganisatie ASH-UK stelt in een recente ‘myth buster’ over de e-sigaret dat het niet klopt dat nicotine schade veroorzaakt aan de hersenontwikkeling van jongeren (zie p. 7-8).

Het verslavende effect van nicotine

De hersenen van jongeren zijn gevoeliger voor de belonende effecten van nicotine, volgens de literatuurstudie van Trimbos. Belonende prikkels spelen ook een rol bij het doorgaan met roken en bij de ontwikkeling van een nicotineverslaving. Jonge rokers hebben een grotere kans op afhankelijkheid van nicotine dan volwassenen die beginnen te roken.

De ‘myth buster’ van ASH-UK weerlegt ook dat vapen meer verslavend is dan roken, zoals vaak gedacht wordt. De organisatie wijst er wel op dat blijvende monitoring nodig is omdat de afhankelijkheid van e-sigaretten mogelijk kan veranderen in de loop van de tijd.

We moeten ook dit in rekening brengen: experimenteren met e-sigaretten kan leiden tot regelmatig gebruik, maar bij de meeste Vlaamse jongeren gebeurt dat wellicht niet. Het meeste vapegedrag in deze groep is kortstondig en experimenteel. Deze jongeren worden niet verslaafd aan nicotine omdat ze stoppen met experimenteren en vapen.

In het algemeen willen we inzetten op het ontmoedigen van nicotinegebruik bij jongeren omdat nicotine een verslavende stof is. Zoals ook de https://www.health.belgium.be/... stelt: “De consumptie van nicotinehoudende producten wordt aan niet-rokers ook afgeraden vanwege het verslavend effect. Ze valt dus af te raden voor niet-rokers, waaronder zeker de jongeren.”

Bescherm jongeren die meer risicogedrag stellen

Rokende jongeren hebben vaker rokende vrienden. Ze groeien ook vaker op in gezinnen waar gerookt wordt. Uit de laatste Leerlingenbevraging van VAD blijkt dat ook e-sigaretgebruik door jongeren sterk gelinkt is aan het rookgedrag van hun ouders. Het aandeel jongeren dat ooit of in het voorbije jaar vapete, is bijna dubbel zo hoog bij jongeren van wie de beide ouders roken dan bij jongeren waarvan geen ouder rookt. Nog opvallender worden de verschillen als we kijken naar leerlingen die regelmatig vapen: bij leerlingen waarvan beide ouders roken, zijn er meer dan 2,5 keer zoveel regelmatige vapers dan bij leerlingen waarvan geen ouder rookt.

Ook deze jongeren hebben, net als hun leeftijdsgenoten die opgroeien in een meer beschermend milieu, recht op een nicotinevrije start. Het is onethisch om jongeren die meer kans hebben op het stellen van risicogedrag uit te leveren aan de producenten van nicotineproducten. Zélfs als we weten dat vapen substantieel minder schadelijk is dan roken.

Als het over jongeren gaat, willen we ook duidelijk aangeven dat de e-sigaret niet zonder risico is. De Hoge Gezondheidsraad stelt dat ze “potentieel schadelijk is en moet afgeraden worden voor niet-rokers, waaronder zeker de jongeren”.