Een ventilatiesysteem in een woning zorgt voor de aanvoer van verse buitenlucht en de afvoer van vervuilde, vochtige binnenlucht. Een ventilatiesysteem kan zorgen voor een gezondere binnenlucht, als deze goed geïnstalleerd, gebruikt én onderhouden wordt.

Waarom ventileren?

De aanvoer van verse buitenlucht en de afvoer van vuile, vochtige binnenlucht in huis is noodzakelijk voor onze gezondheid. Omdat onze woningen steeds beter zijn geïsoleerd, is er bijna geen spontane ventilatie meer mogelijk door bijvoorbeeld spleten en kieren. Hierdoor is het belangrijk dat je zelf voldoende ventileert en verlucht. Bij een nieuwbouw of na grondige renovatie is het noodzakelijk om een ventilatiesysteem te installeren. Hiermee kun je naast energiebesparing ook een gezonde binnenlucht garanderen. 

Gevolgen voor de gezondheid?

Vervuilde binnenlucht heeft een negatieve invloed op je gezondheid. Klachten zoals prikkelende ogen, een zere keel, concentratiestoornissen, vermoeidheid, allergieën en hoofdpijn zijn hiervan vaak het gevolg. Een ventilatiesysteem kan klachten door vervuilde binnenlucht voorkomen. Onderzoek heeft aangetoond dat de lucht gezonder is bij gebruik van een ventilatiesysteem en zo ben je ook zekerder van voldoende luchtverversing. Er zijn echter een paar bijkomende zaken waar je rekening mee moet houden om je gezondheid te beschermen bij het gebruik van een ventilatiesysteem:

  • keuze, plaatsing en gebruik
  • onderhoud
  • keuze van de filter
  • plaats van de aanvoer van frisse lucht
  • geluidsniveau
  • doorstroomopeningen
  • energie
  • rampen en incidenten

Keuze, plaatsing en gebruik

De plaatsing van een goed ventilatiesysteem is zeer belangrijk. Tijdens het ontwerp van de woning, moet dus al worden nagedacht over de keuze en plaatsing van het systeem. Voor welk systeem je kiest, kun je o.a. laten afhangen van je omgeving. 

Is er bijvoorbeeld een drukke weg in de buurt, dan kun je kiezen voor een D-systeem waarbij filtering mogelijk is. Ook geluid, budget en bijvoorbeeld de beschikbare ruimte voor de ventilatiekanalen zijn belangrijke zaken om rekening mee te houden. 

Daarnaast is een goede samenwerking tussen de verschillende aannemers van belang. De kwaliteit en gebruiksvriendelijkheid van het systeem wordt bepaald door onder andere de plaats van het systeem, de geluidsdempers, de vorm en het materiaal van de buizen. 

Bovendien moet de capaciteit van het systeem overeenkomen met het volume en het gebruik van de woning. Natuurlijk moet je het systeem ook zelf op de juiste manier gebruiken. Voor advies hierover kan je terecht bij je installateur of architect. Deze zal bij het aanvragen van de stedenbouwkundige vergunning een ventilatievoorontwerp moeten opmaken en voorleggen. Eenmaal de werken gedaan zijn, zal er ook een ventilatieprestatieverslag opgesteld moeten worden.

Onderhoud

Bij gebruik van de types A, B en C is het belangrijk om je ventilatieroosters vrij en schoon te houden. Sluit ze zeker niet af en maak ze regelmatig schoon. Bij mechanische aanvoer (type D) is het erg belangrijk dat de filters regelmatig worden schoongemaakt. 

Een algemene richtlijn is om de filters in de ventilatie-unit om de 1 à 3 maand aan beide kanten te stofzuigen en om deze om de 6 à 12 maand te vervangen. In functie van de werkelijke vervuiling kan dit zelfs vaker gebeuren. Dit is afhankelijk van verschillende factoren zoals vervuiling van verkeer, pollen, rookgassen of bouwstof tijdens een renovatie. 

Zie je tijdens het onderhoud dat de filter vuil en/of zwart verkleurd is, vervang deze dan. Ook kan de vervuilingsindicator van het systeem je helpen herinneren aan het onderhoud van de filters. Let er op dat je de filters na reiniging of wisseling correct in het systeem terug plaatst. Reinig de filters niet met water, want dit kan schimmelgroei in de hand werken. Kijk best even in de handleiding van jouw systeem welk onderhoud er wordt aangeraden. Niet alleen de filters, maar ook de buizen moeten om de paar jaar gereinigd worden aangezien de verse lucht hierdoor in de woning verspreidt wordt. 

Als je de filters en buizen niet of te weinig onderhoudt, dan kan dit zorgen voor verspreiding van bacteriën en schimmels in de woning. Heb je een warmtewisselaar, dan is het ook belangrijk om elk jaar de condensafvoer te controleren en de warmtewisselaar te (laten) reinigen. Om de 1 tot 3 jaar schakel je best een installateur in om de hele installatie te controleren en te reinigen.

Plaats aanvoer frisse lucht

Bij montage van het systeem kan de mechanische aanvoer van de verse lucht bewust op een plek worden gestoken waar de lucht het meest zuiver is.  Zo kan je rekening houden met een drukke weg langs de woning of met buren die graag de kachel of open haard gebruiken. 

Het geluidsniveau

Ook het geluidsniveau moet worden meegenomen in het ventilatie ontwerp- en prestatieverslag. Geluid kan het stressniveau verhogen en zorgen voor een verminderd comfort in huis. Een ventilatiesysteem dat lawaai maakt, wordt vaak uitgeschakeld of op lage stand gezet, wat de luchtkwaliteit in je woning niet ten goede komt. Besteed bij de keuze en plaatsing van een ventilatiesysteem aandacht aan mogelijke geluidshinder:

  • Kies voor een geluidsarm systeem: voldoende grote kanalen en een stille ventilator.
  • Plaats indien mogelijk de ventilator ver van rustige ruimten, zoals de slaapkamer.
  • Neem maatregelen om geluid te beperken (bv. geluidsdempers in de eindkanalen). Deze dempers zijn vrij groot, hou hier dus bij de installatie al rekening mee. Ook kan de ventilator bevestigd worden met trillingswerende bevestigingsonderdelen.

Doorstroomopeningen

Om het systeem optimaal te kunnen laten werken, moet er voor gezorgd worden dat de lucht op de juiste manier door de woning kan stromen. Deze doorstroomopeningen kunnen deuropeningen, roostertjes in deuren of openingen boven en onder de deuren zijn. Vraag bij de plaatsing van je systeem of bij plaatsing/aanpassing van de deuren naar de wetgeving hierrond en zorg dat het toegepast wordt.

Energie

Om bij het gebruik van een D-systeem energie te besparen, wordt er meestal een warmtewisselaar geplaatst. Deze warmtewisselaar zorgt dat de koude inkomende lucht door de warme uitgaande lucht (voor)verwamd wordt. Een bypass kan ervoor zorgen dat dit niet gebeurt als het binnen al warm genoeg is (bv. tijdens de zomer).

Om energie te besparen wordt er soms ook gebruik gemaakt van CO2-meters of aanwezigheidsdetectors. Het systeem zal dan meer ventileren als er mensen aanwezig zijn. Andere stoffen dan CO2 die in de woning vrijkomen door het gebruik van o.a. meubels, tapijten, verf en schoonmaakmiddelen worden echter niet gemeten. 

Aangezien het belangrijk is dat deze stoffen worden afgevoerd, wordt er meer en meer gekeken om in plaats van CO2, vluchtige stoffen (VOS) in de woning te meten en gebruik te maken van VOS-sturing.

Rampen en incidenten

Bij rampen en incidenten in de buurt wordt soms gevraagd om deuren en ramen gesloten te houden. Het is op zo’n moment belangrijk om het ventilatiesysteem tijdelijk uit te schakelen. Dit kan door het systeem uit te schakelen of door de stroomtoevoer te onderbreken (bijv. door de zekering uit te zetten). Als je gebruik maakt van ventilatieroosters, sluit je deze ook best.  

Wanneer een ventilatiesysteem gebruiken?

Bij nieuwbouw en bij grondige renovaties ben je verplicht om een ventilatiesysteem te plaatsen. Heb je een bestaande woning waar de ventilatiemogelijkheden beperkt zijn, dan kan het ook verstandig zijn om een ventilatiesysteem te plaatsen. De wetgeving hierover hangt samen met de EPB-regelgeving (Energieprestaties en Binnenklimaat).

Gezond Binnen Ventilatiesystemen Ventilatierooster 1

Types ventilatiesystemen

Het basisprincipe van ventilatiesystemen is de aanvoer van verse buitenlucht in de droge ruimtes, zoals de slaapkamers en living, en de afvoer van de vervuilde binnenlucht uit de vochtige ruimte zoals de badkamer, WC en keuken. Zowel de aan- als afvoer kan op natuurlijke manier of mechanisch geregeld worden, afhankelijk van het type A, B, C of D. 

Ventilatiesysteem type A: Zowel aan- als afvoer gebeurt op een natuurlijke manier. De lucht komt via het raam of door (regelbare) roostertjes naar binnen en gaat via een schoorsteen, dampkap (wel mechanisch) en (regelbare) afvoeropeningen in natte ruimten en afvoerroosters weer naar buiten. Er wordt hier dus geen mechanisch systeem gebruikt, waardoor je de hoeveelheid luchtverversing niet in de hand hebt. Bij slecht weer wordt over het algemeen minder goed verlucht of geventileerd. En bij harde wind dan soms weer te veel.


Gezond Binnen Ventilatiesysteem Type A

Om onnodig energieverlies te voorkomen, bestaan er zelfregulerende ventilatieroosters die bijvoorbeeld de openingen verkleinen als het hard waait.

Ventilatiesysteem type B: mechanische aanvoer en natuurlijke afvoer.
De buitenlucht wordt mechanisch door middel van een ventilator de woning binnen gebracht. Door de lichte overdruk zal de vervuilde binnenlucht door roosters of open ramen naar buiten worden afgevoerd. De ventilator van dit systeem staat constant aan, waardoor het minder weersafhankelijk is, maar wel veel energie kost. Dit type wordt niet vaak toegepast.

Ventilatiesystemen type C en C+ : Natuurlijke aanvoer en mechanische afvoer.
De vervuilde binnenlucht wordt door mechanische ventilatie afgevoerd uit de vochtige ruimtes. Hierdoor ontstaat er een lichte onderdruk, waardoor er verse buitenlucht naar binnen wordt gezogen via roosters die voorzien zijn in de droge ruimtes. Dit systeem zorgt voor een continue luchtverversing in de woning. Dit systeem wordt veel geïnstalleerd, het is minder complex, duur en groot dan een type D en het onderhoud is eenvoudiger en goedkoper. Bij een type C+ kan door middel van detectors en timers de afvoer gecontroleerd worden, zodat er minder energie verbruikt wordt.
 
Ventilatiesysteem type D of Balansventilatie: Mechanische aanvoer en mechanische afvoer.
Er wordt evenveel lucht (mechanisch) aangevoerd als (mechanisch) afgevoerd in de woning. De gefilterde lucht die binnenkomt wordt door buizen in de woning verspreid. In de vochtige ruimtes wordt de lucht afgezogen. Als er voldoende doorstroomopeningen in de woning zijn, is er hiermee steeds voldoende ventilatie.

Gezond Binnen Ventilatiesysteem Type D

Het grote voordeel van een type D, is dat er gebruik gemaakt kan worden van een warmtewisselaar. De koudere buitenlucht wordt opgewarmd door de naar buitengaande warme binnenlucht, zodat je een deel van de warmte terugwint en energie bespaart. De luchtstromen worden hierbij niet gemengd, dus er is geen risico op vervuiling van de binnenkomende lucht. Kies best voor een unit met een bypass om te voorkomen dat de lucht die wordt aangevoerd ook wordt opgewarmd in de zomer.  

Het systeem is wel relatief duur, groot en vergt wat meer onderhoud. Zowel de buizen als de filters moeten onderhouden worden. Een dampkap of een kachel/openhaard kan de ventilatie uit balans brengen.

Meer info vind je in de map Bouw Gezond van het Vlaams Departement Omgeving, versie 2 oktober 2017 en op www.energiesparen.be/ventilatie.

Normen

EPB-eisen zijn van toepassing op alle nieuwe gebouwen en voor grondige renovaties en uitbereidingen. EPB staat voor Energie Prestatie en Binnenklimaat. Hierbij wordt gekeken naar de thermische isolatie, de energieprestatie, ventilatie en oververhitting. Aangezien een ventilatiesysteem niet goedkoop is, wordt er nog al eens overwogen om er geen te plaatsen en het risico op een boete er bij te nemen. Dit is echter geen goede zet. Je brengt daarmee de gezondheid van jezelf en de rest van je gezin in het gedrang.

Ventilatiedebieten

Voor de ventilatie is een aparte norm opgenomen, ‘Ventilatiedebieten Norm D50-001’: vereiste ventilatietoevoer-, doorvoer- en afvoerdebieten. Het minimumdebiet van luchttoevoer, -doorvoer en -afvoer is afhankelijk van de grootte en het gebruik van een ruimte. Meer hierover vind je o.a. in het ventilatiedocument van VEA en de Ventilatiegids van het WTCB.

Om de ventilatiedebieten te kunnen behalen, moeten er genoeg doorstroomopeningen (DO) zijn. De lucht die wordt aangevoerd in de 'droge' ruimtes kan zo doorsturomen en kan worden afgevoerd in de 'natte' ruimtes. Een gedetailleerde beschrijving van de eisen en testvoorwaarden vind je op www.epbd.be. Wetgeving hierover staat in bijlage IX van het energiebesluit.

De doorstroomopeningen kunnen gevormd worden door een spleet onderaan de deuren en door grotere openingen in scheidingsconstructies. Het is soms aangewezen om, in de mate van het mogelijke, grotere doorstroomopeningen te voorzien dan mimimaal vereist. Dit voor een optimale luchtverversing.

Filters

Sinds 2017 werd de nieuwe norm ISO 16890 geintroduceerd. Deze richtlijn voor het testen en classificeren van luchtfilters heeft de norm EN779 opgevolgd. Met deze nieuwe norm is het gemakkelijker om verschillende filters onderling te vergelijken. 

Geluidsniveau

Ook bestaan er Belgische geluidsnormen voor ventilatie. Zo is de norm voor het maximum geluidsniveau in de slaapkamer 27 dB, in de woonkamer 30 dB en in de badkamer en keuken 35 dB.  

Meer weten?

Neem contact op met de medisch milieukundige van het Logo van je regio.

Logo Logos