Wanneer verwilderde duiven in te grote aantallen of te dicht bij de mens leven, kunnen ze voor overlast zorgen en in een zeldzaam geval ook een gezondheidsrisico vormen. Vooral de verwilderde stadsduiven kunnen in steden een probleem vormen.

Wat zijn verwilderde duiven?

In Nederland en België leven in het wild een viertal duivensoorten: houtduiven, holenduiven, tortelduiven (Zomertortel en Turkse Tortel) en afstammelingen van rotsduiven. Deze laatste worden ook wel vaak stadsduiven genoemd omdat ze zich voornamelijk in steden en dorpen ophouden. Een groot deel van deze stadsduiven zijn nakomelingen van verdwaalde reisduiven afkomstig uit de duivensport.

Duiven maken haast vanzelfsprekend deel uit van het alledaagse straatbeeld in stad en dorp. Als ze echter in te grote aantallen of te dicht bij de mens leven, kunnen ze voor overlast zorgen en in zeldzame gevallen ook een gezondheidsrisico vormen. Vooral de verwilderde stadsduiven kunnen in dit opzicht in steden een probleem vormen. Ze broeden voornamelijk binnen de bebouwde kom omdat ze daar alles kunnen vinden wat ze nodig hebben.

Hoe en waar ondervind je overlast?

Op plaatsen waar veel mensen komen, is vaak voldoende voedsel te vinden voor duiven. Daarnaast zijn er in de stad genoeg droge, hoge plekjes te vinden waar duiven ongestoord kunnen nestelen. Enkele bekende voorbeelden van aantrekkelijke locaties zijn winkelcentra, stations, maneges, stadions, tribunes, opslagloodsen en opslagterreinen.

In woonwijken kan het koeren van duiven als hinderlijk ervaren worden. Naast geluidsoverlast kan ook geurhinder een probleem vormen. Door opeenhoping van mest en nestmateriaal raken goten en regenpijpen verstopt, met lekkage en geurhinder als gevolg. Een opstapeling van mest kan ook vervuiling van bodem en water veroorzaken.

Verwijderen van uitwerpselen op gebouwen is doorgaans een dure aangelegenheid. Als voedsel blijft liggen (omdat er teveel werd gegeven) kan er ook overlast ontstaan van ander ongedierte zoals ratten.

Gevolgen voor de gezondheid?

Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat verwilderde duiven nauwelijks een risico vormen voor de gezondheid van burgers. Ziekten als paratyfus, tuberculose en papegaaienziekte worden niet door duiven overgebracht.  Een vorm van vogeltuberculose die bij duiven kan voorkomen, is trouwens onschadelijk voor de mens. Wel kunnen hun uitwerpselen, nesten en karkassen van gestorven vogels een potentieel risico vormen. Deze kunnen namelijk besmet zijn met allerhande ziekteverwekkende bacteriën of parasieten zoals de vogelmijt. Vogelmijt kan jeuk en huidafwijkingen veroorzaken.

Enkel bij intensief contact met mogelijk besmette uitwerpselen, nesten en karkassen is er een zeer kleine kans dat dit een allergische reactie of een infectieziekte (bv. longonsteking) veroorzaakt bij de mens. 

Door organisch materiaal in te ademen, kan een ‘duivenmelkerslong’ of 'extrinsieke allergische alveolitis' ontstaan.  Met name duivenmelkers, monumentenwachters en onderhoudswerkers lopen dat risico omdat ze zeer regelmatig uitwerpselen opruimen en met duiven in contact komen. Ook mensen met een sterk verminderde weerstand (bv. HIV- en AIDS-patiënten) lopen een verhoogd risico op een infectieziekte.

Eventuele hinder van geluid of geur afkomstig van duiven kan een invloed uitoefenen op het welbevinden.

Hoe overlast beperken?

Vermijd contact met uitwerpselen, nesten en karkassen van duiven. Verminder overlast door rekening te houden met volgende tips:

  • Voer geen stadsduiven. Hoe meer duiven gevoerd worden, hoe meer gelegenheid ze krijgen om nakomelingen voort én groot te brengen en hoe meer de populatie kan aangroeien.
  • Communiceer met je buren of neem contact op met je lokaal bestuur als je de indruk hebt dat duiven te veel en ongeschikt voedsel krijgen en er daardoor overlast ontstaat in de openbare ruimte.
  • Nesten van stadsduiven op eigen erf of woning zijn niet beschermd en kunnen dus worden weggehaald vooraleer de duiven broeden. Bescherm jezelf hierbij door het dragen van handschoenen en eventueel een mondmasker. Om te voorkomen dat jonge vogels doodgaan, verwijder je best het nest pas nadat de jongen zijn uitgevlogen indien ze al geboren zijn. Opgelet, enkel de nesten, eieren en jongen van stadsduiven zijn niet beschermd en mogen verwijderd worden.  Alle andere vogels (en dus ook andere duivensoorten) die in de natuur voorkomen zijn beschermd in Vlaanderen (alsook hun nesten, eieren en jongen).
  • Vermijd dat duiven zich nestelen of rusten op je woning door het plaatsen van pinnen op de rand van je balkon of andere richels.  Met gaas kan je eventueel openingen afsluiten. Zorg dat er geen duiven achter de netten kunnen komen vast te zitten.  
  • Plaatsen die vervuild zijn met duivenuitwerpselen en karkassen moeten gereinigd en ontsmet worden om potentiële infectiehaarden uit te roeien.
  • Vermijd het gebruik van verdelgings- of verdovingsmiddelen. Het gebruik van giftige granen is wettelijk verboden en ecologisch onaanvaardbaar. De granen worden ook door andere vogels dan duiven opgepikt. Verder zijn er producten voorradig die dieren na het eten ervan tijdelijk verdoven, maar enkel indien ze alleen stadsduiven verdoven zijn ze toegelaten. Andere (ook wilde) dieren mogen hier niet door verdoofd worden. Theoretisch kunnen de verdoofde dieren met de hand gevangen worden, maar dikwijls zitten zij verstopt op onbereikbare plaatsen, waardoor het rendement van de methode afneemt.

Hoe overlast door duiven aanpakken?

Reinig en ontsmet plaatsen die vervuild zijn met duivenuitwerpselen en karkassen om potentiële infectiehaarden uit te roeien.

Je kan publieke gebouwen minder aantrekkelijk maken voor duiven.

  • Sluit openingen af waardoor duiven een gebouw binnen kunnen komen. Dat afdichten kan op heel veel manieren: je kan de openingen dichtmetselen, maar je kan ze ook afdichten met glas, gespannen draden, hout of (kippen)gaas.
  • Verduister ruimtes die niet afgesloten kunnen worden. Hoe donkerder de ruimte, hoe onaantrekkelijker stadsduiven die vinden.
  • Verwijder alle onnodige uitsteeksels en richels, waarop de duiven kunnen gaan zitten. Ze vormen een ideale rust- en nestelplaats. Richels en uitsteeksels die niet verwijderd kunnen worden, kunnen onaantrekkelijk worden gemaakt door er pinnen op te plaatsen.

Je kan ook het aantal duiven verminderen. Hoe kan je de duivenpopulatie onder controle houden?

  • Nesten van stadsduiven zijn niet beschermd en mogen dus verwijderd worden.
  • De duivenpopulatie in een stad of dorp is recht evenredig met het beschikbare voedsel. Worden de voedselvoorraden schaarser, dan zullen op termijn ook de duiven in aantal afnemen. Openbare ruimten schoonhouden, informatie en sensibilisering van de bevolking over het (niet) voederen van verwilderde dieren, eventueel het plaatsen van duiventillen op specifieke plaatsen en een strikt voederverbod zijn manieren om dit te realiseren.
  • Je kan ook het verhogen van de sterfte nastreven: de meest gebruikte methoden zijn chemische middelen en het wegvangen van duiven. Het gebruik van blauwzuur als chemisch verdovingsmiddel is niet dieronvriendelijk als het op de goede manier gebeurt, maar wanneer niet goed toegepast, kennen de duiven een lange lijdensweg. Het lijden van de dieren kan negatieve emoties bij passanten oproepen. Bovendien mogen enkel stadsduiven met dit middel verdoofd of gedood worden. Voor andere toepassingen is het middel niet wettelijk. Het gebruik van giftige granen is wettelijk verboden en ecologisch onaanvaardbaar. Het wegvangen van duiven wordt in de meeste van de Vlaamse steden met een actief duivenbeleid toegepast.
  • Er kan ook ingezet worden op het verlagen van de reproductie aan de hand van chemische reproductieremmers, chirurgische sterilisatie of eimanipulatie, al worden door sommige mensen hierbij ethische bezwaren geuit.

Meer informatie over welke methoden efficiënt zijn, lees je in volgende brochure: Monumentenwacht Vlaanderen vzw – Dieren in en op gebouwen - vogels

Meer weten?

Neem contact op met de medisch milieukundige van het Logo van je regio.

Logo Logos