Warm zomers weer... klinkt als muziek in de oren, niet? Nochtans kunnen hittegolven en zomerse temperaturen ook problemen met zich mee brengen. Er hangt dan vaak te veel ozon in de lucht en ook de hitte zelf kan zorgen voor gezondheidsklachten.

Wat is ozon? En wanneer is het té warm?

Ozon

Ozon of O3  is opgebouwd uit 3 zuurstofatomen. Het gas is heel onstabiel en reageert direct met andere stoffen in de omgeving. Ozon in de ozonlaag (in de stratosfeer op een hoogte van 15 tot 45 km) beschermt het aardoppervlak tegen schadelijke UV-stralen van de zon. Ozon op leefniveau wordt gevormd door de inwerking van zonlicht (UV) tijdens warme dagen (>25°C) op luchtverontreinigende stoffen, zoals stikstofoxiden (NOx) en vluchtige organische stoffen (VOS). Ozon wordt dus niet rechtstreeks uitgestoten, maar wordt “secundair” gevormd.

Stikstofoxiden worden voornamelijk uitgestoten door verkeer, industrie en de land- en tuinbouw. Vluchtige organische stoffen komen in de lucht terecht door de verwarming van onze gebouwen, de industrie en de energiesector en het verkeer.

Op windstille dagen met intense zonneschijn kan de ozonvervuiling hoog oplopen. Hoe hoger de luchttemperatuur en de intensiteit van de zonnestraling is, hoe intenser de chemische reactie verloopt. Een hoge ozonconcentratie is schadelijk voor de mens, dier, plant en materiaal.

Wanneer is er sprake van een hittegolf?

Er zijn verschillende definities van hittegolf. Klimatologisch wordt gesproken van een hittegolf wanneer minstens 5 opeenvolgende dagen een temperatuur van 25°C of meer wordt opgemeten, waarvan bovendien minstens 3 dagen met temperaturen van 30°C of meer. In het hitte- en ozonplan is de temperatuursdrempel als volgt vastgelegd: een periode van minstens 3 opeenvolgende dagen met een gemiddelde minimumtemperatuur (over drie dagen gemeten en niet per dag) van meer dan 18°C en een gemiddelde maximumtemperatuur van meer dan 30°C (gemeten in Ukkel).

Gevolgen voor de gezondheid?

Hitte en ozon komen meestal samen voor. Beide kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken. Als het warm is, kan het dus onduidelijk zijn of je last hebt van de zon en hitte of van ozon. In onderstaande tabel worden de verschillende symptomen van blootstelling aan ozon en aan zon of hitte opgelijst. 

Welke gezondheidsklachten optreden en de ernst ervan zijn afhankelijk van:

  • de ozonconcentratie, de temperatuur en de duurtijd van de hitteperiode of ozonpiek: hoe hoger de ozonconcentratie of hoe hoger de temperatuur en hoe langer de hitteperiode of ozonpiek aanhoudt, hoe meer mensen hinder ondervinden en hoe ernstiger de klachten zijn.
  • de individuele gevoeligheid, maar (zeer) jonge kinderen, oudere mensen en mensen met chronische luchtweg-, hart of vaatziekten zijn in het algemeen wel extra kwetsbaar. Ook personen in sociaal isolement, daklozen en mensen wonende in zorginstellingen of huizen die onvoldoende gekoeld kunnen worden, hebben en groter gezondheidsrisico.
  • de geleverde inspanning (in geval van ozon):  bij intensieve inspanning versnelt de ademhaling en passeert er per seconde meer lucht in de longen. Tijdens een ozonpiek resulteert dit in grotere blootstelling aan ozon en dus meer kans op gezondheidsklachten.
Gezondheidsklachten door ozonpieken? Gezondheidsklachten door hitte?
  • Luchtwegklachten: droge hoest, piepende ademhaling, kortademigheid, gevoel van ademnood
  • Oog-, neus-, en keelirritaties
  • Pijn in de borstkas
  • Hoofdpijn
  • astma-aanvallen
  • Hinder: prikkelbaar, moe, slaap-verstoring, concentratieverslies
  • Huiduitslag: bultjes of blaasjes die jeuken of branden, roodheid
  • Uitdroging: dorst, droge mond, hoofdpijn, ingevallen ogen, weinig of geen urine
  • Zonnesteek: hevige hoofdpijn, slaperigheid, koorts, misselijkheid, verbrande huid
  • Hittekrampen: spierpijn en krampen in buik, armen of benen
  • Uitputting of hitteslag: koorts, snelle hartslag, onrustig of verward, hoofdpijn, misselijkheid of braken, bewustzijnsverlies. Zeer dringende medische hulp is vereist!

Impact op sterfte?

Er is een verband tussen een toename van sterfte en extreem warme omstandigheden, vooral bij oudere mensen die in rust- en verzorgingstehuizen verblijven. De oversterfte bij warm weer is het hoogst op de dag van de hitte zelf tot 2 à 3 dagen daana. Dit betekent dat de oorzaken van sterfte vrijwel altijd acuut zijn, veelal ten gevolge van een cardiovasculaire of respiratoire oorzaak.

Wat doen bij een hittegolf of ozonpieken?

Zorg voor anderen

  • Ken je alleenstaande senioren of zieken? Of vermoed je dat er zo iemand in je straat woont? Ga op warme dagen eens kijken of ze zich goed voelen en of ze voldoende drinken. Misschien hebben ze wat boodschappen (fruit, drinkwater, verse groenten) nodig.
  • Help ook baby’s en jonge kinderen voldoende te drinken. Laat kinderen NOOIT achter in een geparkeerde auto (ook niet voor een paar minuten).

Wees voorbereid

  • Zorg dat je altijd water bij hebt.
  • Zorg je voor anderen? Ga wat vaker langs en zorg voor een vervanger als je met vakantie gaat.
  • Volg de weersvoorspellingen.
  • Smeer zonnecrème als je de zon niet kan vermijden.
  • (Ver)bouw hittebestendig.

Drink voldoende

  • Drink méér dan gewoonlijk, óók als je geen dorst hebt.
  • Drink bij voorkeur water.
  • Kleurt je urine donker? Dan drink je te weinig.

Hou jezelf koel

  • Zoek koele plekken op, vermijd de zon
  • Verplaats inspanningen naar een koeler moment van de dag.
  • Draag lichte, loszittende, lichtgekleurde kledij.
  • Koel je lichaam af met een lauwe douche, een voetenbad, een frisse duik…
  • Draag een hoofddeksel.

Hou je huis koel

  • Verlucht als het buiten koeler is dan binnen.
  • Gebruik maximaal je zonnewering (rolluiken, luifels, gordijnen, ...).
  • Gebruik een ventilator, die kan helpen om de ruimte te verkoelen.
  • Beperk het gebruik van apparaten die warmte produceren (fornuis, oven, computer, ...).

Ben je een sporter? 

Neem je geneesmiddelen? 

Woon je in de stad? 

Hoe ozonconcentraties beperken?

Aan het weer kan je weinig veranderen, maar aan de kwaliteit van de lucht wel. Pieken met hoge ozonconcentraties kunnen enkel verminderd en voorkomen worden als de uitstoot van ozonvormende stoffen (NOx, VOS) drastisch gereduceerd wordt en heel het jaar door maatregelen genomen worden. Ook jij kan je steentje bijdragen door:

  • verplaatsingen met de auto te vervangen door stappen, fietsen of het openbaar vervoer.
  • een milieuvriendelijke wagen aan te kopen, je aan de snelheidsbeperkingen te houden, je auto regelmatig te laten onderhouden en "sportief" rijgedrag (snel optrekken, hoge toerentallen) te vermijden.
  • geen open vuur te stoken in de tuin en te kiezen voor 'zuiver' en droog hout als brandstof voor je houtkachel of open haard.
  • je woning te isoleren en te kiezen voor een zo zuinig mogelijke verwarmingsinstallatie met hoog rendement. Laat je verwarmingsinstallatie elk jaar afstellen door een specialist.
  • te kiezen voor verven op waterbasis en onderhoudsproducten met zo weinig mogelijk solventen.

Waarom is de ozonconcentratie vaak hoger op het platteland dan in de steden?

Ozon is een "secundaire" polluent wat wil zeggen dat het niet rechtstreeks wordt uitgestoten door het verkeer, industrie, ... maar het wordt gevormd op warme zomerdagen door de inwerking van zonlicht op een cocktail van vervuilende stoffen, zoals stikstofoxiden (NOx) en vluchtige organische stoffen (VOS), die grotendeels uitgestoten worden door verkeer. Het klinkt dan misschien eigenaardig maar de ozonconcentratie op het platteland is meestal hoger dan in de steden. Ozon kan immers terug wegreageren en afbreken met de stoffen (NOx) waaruit het ontstaat. Dit wegreageren gebeurt meer in de steden dan op het platteland omdat er in de steden meer NO is. 

Opgelet, in de steden hoeft er wel niet minder luchtvervuiling te zijn, er is wel minder ozon. Er zijn immers andere luchtvervuilende stoffen aanwezig in de steden waarbij de concentratie van deze stoffen hoger is dan op het platteland.

Bovenstaande verklaart ook waarom korte termijnmaatregelen (bijvoorbeeld het stilleggen van het verkeer) een omgekeerd effect kunnen hebben op de ozonvervuiling (in tegenstelling tot bij wintersmog door fijn stof). Minder verkeer betekent minder NO, dus minder ozonafbraak. Korte termijnmaatregelen hebben uiteraard wel een sensibiliserend karakter (ze laten de automobilist voelen dat hij medeveroorzaker is van de ozonvervuiling) en zullen de algemene luchtkwaliteit in de steden verbeteren, maar hebben (zoals boven uitgelegd) geen direct effect op de ozonconcentraties (wel in tegendeel).

Normen

De Europese richtlijn 2008/50/EG heeft als lange termijndoelstelling vooropgesteld dat de hoogste 8-uursgemiddelde van een dag op geen enkele dag boven 120 μg/m3 ozon mag uitstijgen. Als tussenstap is voorzien dat vanaf 2010, gemiddeld over drie jaar, deze 120 μg/m3 slechts vijfentwintig dagen per kalenderjaar mag worden overschreden. De aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie zijn strenger dan de Europese richtlijn. De WGO beveelt 100 μg/m3 ozon aan als hoogste acht-uurgemiddelde waarde van een dag. Deze concentratie zou voldoende bescherming bieden voor de volksgezondheid, hoewel er nog negatieve effecten kunnen voorkomen onder deze richtwaarde, zeker bij heel gevoelige personen. Enkel de Europese luchtkwaliteitsnormen zijn wettelijk bindend.

Naast de lange termijndoelstellingen, zijn er ook drempels vastgelegd waarop op korte termijn actie ondernomen moet worden om acute gezondheidseffecten te vermijden. De Europese informatiedrempel ligt op een uurgemiddelde van 180 μg/m3 ozon. Bij het overschrijden van deze informatiedrempel wordt de bevolking door IRCEL via de weerberichten op radio en televisie verwittigd.

De Europese alarmdrempel is vastgelegd op 240 μg/m3. Bij een overschrijding van deze drempel worden extra maatregelen genomen. Zo worden bijvoorbeeld organisatoren van sportieve, culturele of  recreatieve evenementen in de buitenlucht aangeraden om deelnemers en  toeschouwers correct te informeren over de ozonconcentratie. Indien mogelijk wordt het evenement verplaatst naar uren waarop de ozonconcentraties en de temperaturen minder hoog zijn.

Meer weten?

Neem contact op met de medisch milieukundige van het Logo van je regio.

Logo Logos

Referenties