De verslavende stof ‘nicotine’
De meeste mensen weten dat nicotine verslavend is. Maar hoe verslavend? En hoe werkt nicotine nu exact? Daar bestaan heel wat misverstanden over. We klaren het hier even voor je uit.
Nicotine is de boosdoener van de lichamelijke verslaving
Bij sigaretten is nicotine de voornaamste oorzaak van de lichamelijke verslaving aan roken. Nicotine lijkt qua samenstelling op een stof die ook in ons lichaam aanwezig is. Daardoor nemen de hersenen nicotine gemakkelijk op.
Bij herhaaldelijke inname van nicotine gaan de hersenen zich zelfs aanpassen om zo snel mogelijk, zo veel mogelijk nicotine binnen te krijgen. Zo raak je gewend aan de stof en wil je er altijd meer van. Nicotine doet je dus verlangen naar een sigaret.
In 7 seconden van je lippen naar je hersenen
Nicotine trekt razendsnel door je lichaam: in zeven seconden (!) gaat de nicotine van je lippen naar je hersenen. Zelfs als de stof rechtstreeks in de aderen zou worden gespoten, zou inhaleren nog altijd sneller gaan. Slim gezien dus van de fabrikanten!
Daarnaast voegen tabaksfabrikanten stoffen zoals ammoniak en suiker toe om de werking van de al zeer verslavende stof te versterken.
Nicotine speelt met je hersenen (én je voeten)
Wanneer je rookt, zoekt de nicotine verbinding met de receptoren in je hersenen. Wanneer de nicotine bindt met de receptoren wordt er een signaal verstuurd naar het beloningsgedeelte van de hersenen. Daar komen neurotransmitters vrij, waaronder dopamine.
Die dopamine zorgt voor extra impulsen naar het beloningssysteem in de hersenen. Dat zorgt kortstondig voor een milde roes of kick (in de vorm van genot of verhoogde aandacht). Omdat de effecten van nicotine van korte duur zijn en het dopamineniveau dus ook snel daalt, duurt het aangename gevoel maar enkele minuten. Nadien krijgt de roker een onbehagelijk gevoel: een craving naar meer nicotine. Het filmpje ‘Nuggets’ toont dit mooi aan. Benieuwd naar meer over de processen in de hersenen? Check deze interactieve PowerPoint.
En voor je het écht beseft, ga je meer roken
Hoe vaker iemand rookt, hoe korter het aangename gevoel duurt en hoe langer het onbehagelijke gevoel. De nicotine verandert de structuur van de hersenen: er worden extra receptoren aangemaakt zodat alsmaar meer nicotine kan worden opgenomen. Het gevolg is dat het lichaam steeds meer nicotine nodig heeft om dezelfde roes of kick te verkrijgen. De enige manier is ... een nieuwe sigaret opsteken.
Dagelijkse rokers hebben daardoor de nood om meermaals en gespreid over de dag te roken, zodat de nicotinespiegel in het bloed op pijl blijft. Als ze opstaan is hun nicotinespiegel laag door niet te roken. De nood aan een sigaret – soms nog voor het ontbijt – is daarom hoog.
Ben je nicotineverslaafd? Doe de test!
Een goede indicator is de zin die je ’s ochtends hebt in een sigaret. Door ’s nachts niet te roken daalt het nicotineniveau in het bloed. Daardoor hebben veel rokers in de ochtend een sterke nood aan een nieuwe dosis nicotine.
De ernst van de nicotineverslaving kan worden gemeten met een Fagerströmtest.