Wat heeft een leerling met een gezondheidsprobleem (bv. depressie, motorische beperking, overgewicht …) of een leerling die terugkeert na een ziekenhuisopname (in een rolstoel) nodig om optimaal te kunnen participeren op school? Welke ondersteuning kunnen de klas en de school aanbieden om gelijke bewegingskansen en inclusie te garanderen? En welke begeleiding kan een CLB bieden?

Met Prodia worden scholen concreet ondersteund in hun vragen om kinderen met specifieke noden mee te krijgen in het globale bewegingsbeleid. 

Prodia (project protocollering diagnostiek) is een netoverstijgend project van CLB’s en onderwijs.

Het streeft naar een meer gestandaardiseerde en kwalitatieve zorg voor leerlingen binnen het zorgcontinuüm.

Voor beweging en motoriek maken ze gebruik van het Specifiek Diagnostisch Protocol Motoriek, dat onderverdeeld is in vijf belangrijke delen:

  • Brede basiszorg: Hoe kan een school elke leerling kansen geven om zich op motorisch vlak op eigen tempo te ontwikkelen?
  • Verhoogde zorg: Hoe kan een school omgaan met leerlingen die meer zorg nodig hebben op motorisch vlak?
  • Uitbreiding van zorg: Wanneer en hoe loopt een CLB een handelingsgericht diagnostisch traject bij een leerling met motorische problemen?
  • Theoretisch deel: Uit welke theoretische achtergrond over motorische ontwikkeling, motorische problemen en stoornissen kan ik putten om zorg te bieden aan leerlingen?
  • Materialendatabank: Welke concrete tools of bijkomende informatie kunnen handig zijn?


De school en het CLB kunnen het best samen met de zorgcoördinator, de ouders en de leerling de meest aangewezen maatregelen bepalen.

Enkele voorbeelden:

  • Het schoolteam is extra aandachtig voor leerlingen met diabetes of hart- en vaatziekten. Een leerling met diabetes mag bijvoorbeeld iets suikerrijks eten of drinken in de klas bij hypoglycemie, wat vaker voorkomt na het sporten. Ook leraren lo bewaken dat tijdens de les.
  • Vermoed je dat een leerling behoefte heeft aan extra begeleiding? Of dat een leerling een bepaalde aandoening heeft? Bespreek dat dan met de betrokken leerkrachten, de zorgcoördinator of de directie. Spreek af hoe jullie hierover zullen communiceren met de ouders. Een persoonlijk gesprek is meestal de beste manier.
  • Communiceer goed met leerlingen die een medisch probleem of een beperking hebben, en ook met de ouders en eventueel het CLB. Zoek samen naar manieren op maat om ook die leerlingen voldoende te laten bewegen.
  • Het CLB biedt extra begeleiding voor leerlingen met overgewicht of obesitas.
  • Houd leerlingen met overgewicht goed in het oog tijdens vrij spel. Probeer hen positief te motiveren. Moedig hen aan om te bewegen.
  • Vertellen ouders zelf dat hun kind aan een bepaalde aandoening lijdt of een bepaald probleem heeft? Vraag dan voldoende informatie en probeer een vertrouwensband te creëren. Vaak is er al een zorgnetwerk rond die leerling (school, CLB, arts, ouders …). Sluit als school aan bij dat netwerk. Communiceer met elkaar, ook binnen de school.
  • Leerlingen en ouders uit andere culturen hebben soms problemen met zwemkledij of gemengd sporten. Extra aandacht en communicatie voor de gevoeligheden in andere culturen is dus aangewezen.
  • Kinesitherapie in school voor buitengewoon onderwijs.
  • Overweeg het SportKompas voor kinderen die moeilijkheden hebben om een sport te vinden die ze graag doen.
  • Voorzie mogelijkheden en aangepaste materialen voor leerlingen met een beperking. Op de website van G-sport Vlaanderen en Sport Vlaanderen vind je meer informatie. In dit document staan meer tips voor de begeleiding van G-sporters.
  • MOEV ondersteunt je met aangepaste activiteiten en materialen, ook voor leerlingen met een beperking.