Ik stimuleer mijn leerlingen zodat ze...

… zich goed voelen in de klas

Een tweede bouwblok van de geluksdriehoek is ‘je goed voelen’. Betekent dit dat je leerlingen constant op wolkjes lopen? Of dat ze zich gewoonweg niet slecht (mogen) voelen? Geen van beide is correct. Ontdek hier wat ‘je goed voelen’ voor jouw leerlingen kan betekenen en waarom het zo belangrijk is om er aandacht aan te besteden in de klas. Concreet kan je dit als leerkracht op deze manieren doen:

We kunnen loslaten

Loslaten 4x

Zou het niet fijn zijn om een aan-uitknop te hebben voor onze gedachten? Gewoon even die knop indrukken om de mallemolen stil te krijgen. Maar van die knoppen op onze koppen: dat zou geen zicht zijn. Gelukkig zijn er andere manieren om je gedachten los te laten.

Belangrijke vaardigheden hierbij zijn: het emotionele evenwicht bewaren, en aandachtig, niet-oordelend aanwezig zijn. Weten wat helpt om vervelende gedachten los te laten, helpt je leerlingen om gelukkig te zijn en om te gaan met negatieve gevoelens. Dit betekent dat de klas een plek kan zijn waar ze ondersteund worden in het observeren van hun gedachten en gevoelens. Waar ze leren om deze niet te beoordelen, maar wel te erkennen.

We zijn lief voor onszelf

Mild 4x

Hoe je leerlingen naar zichzelf kijken, bepaalt hoe ze zich voelen en hoe de sfeer in klas is. Wie kent het stemmetje niet dat influistert dat iets niet goed genoeg gedaan is? Jezelf veroordelen en bekritiseren, maakt je echter niet gelukkig.

De kindertijd en de adolescentie zijn cruciale periodes, omdat dan de sociale identiteit gevormd wordt. Dus ook jouw leerlingen hebben hier ongetwijfeld ervaring mee. Deze focus op het ‘slechte’ helpt je leerlingen niet om gelukkig te zijn. Als leerkracht kan je een klasklimaat scheppen waarin leerlingen leren om milder te zijn voor zichzelf en de ander. Een klasklimaat met ruimte voor zelfzorg is een voorwaarde om de eigen grenzen te leren kennen en deze assertief te bewaken.

We tanken energie

Energie 4x

Waar krijgen je leerlingen energie van? Een energiereep? Ja, dat ook. Maar hier gaat het eerder over de kracht die je vooruit stuwt. Een lachend gezicht, maar ook onaangename gevoelens kunnen je energie boosten.

Dingen die goesting of een drive geven, zorgen voor een heel arsenaal aan positieve gevoelens. Als leerkracht kan je deze kennis inzetten om positieve gevoelens in de klas vast te houden en ervoor te zorgen dat negatieve gevoelens minder impact hebben op het geluksgevoel in je klas. Op deze manier ontdekken leerlingen dat ze energie krijgen van aangename ervaringen. Maar ook dat onaangename ervaringen een signaal kunnen zijn om iets te doen aan de situatie. Ze ontwikkelen een nieuwsgierigheid en interesse die hen energie geeft om door te gaan.

Hoe kan ik hier als leerkracht mee aan de slag?

Ben je er als leerkracht dan verantwoordelijk voor dat alle leerlingen zich goed voelen? Natuurlijk niet! Je kan wél een geschikte voedingsbodem creëren. Een plek waar er ruimte is voor de beleving van emoties. Waar vaardigheden worden aangeleerd die voor rust en helderheid zorgen in alle hoofden. Kortom: een plek waar wordt stilgestaan bij de schone dingen des levens. En dit zit in de kleine dingen. In gewoontes en acties die je in de klas kan installeren. Klein misschien, maar fijn: ze maken wel degelijk een verschil!