Zilvervisjes, ovenvisjes en papiervisjes
Zilver-, oven- en papiervisjes zijn kleine, kruipende, zilverkleurige, glanzende diertjes die vaak voorkomen in woningen. Ze lijken goed op elkaar, maar hebben een verschillende voorkeur voor temperatuur en vochtigheid. Het papiervisje kan heel wat schade aanrichten in de woning, de zilver- en ovenvisjes minder. De aanwezigheid van zilvervisjes wijst op vochtige plekken in de woning.
Wat zijn zilvervisjes, ovenvisjes en papiervisjes?
Zilvervisjes, ovenvisjes en papiervisjes zijn kleine, vleugelloze insecten uit dezelfde familie (franjestaarten) die uiterlijk sterk op elkaar lijken. Het zijn kruipende, zilverkleurige insecten met een lang, plat lichaam. Ze bezitten vooraan twee lange antennes en achteraan drie staartachtige draden. Zilver- en ovenvisjes kunnen tot 12 mm lang worden, papiervisjes tot 15 mm lang.
De diertjes houden van donkere ruimtes en zijn vooral ’s nachts actief. Wanneer ze plots in het licht komen, schieten ze met een slangachtige beweging naar een donker hoekje.
Ze verschillen in hun voorkeur voor vochtigheid en temperatuur. Zilvervisjes houden vooral van vochtige ruimtes. Papiervisjes houden van een iets drogere plaatsen die voldoende warm zijn. Ook ovenvisjes houden van drogere plaatsen dan zilvervisjes, maar houden van een beduidend hogere temperatuur (32-38°C tot 42°C).
Bij overlast door deze diertjes is het telkens belangrijk om na te kijken om welk diertje het gaat, omdat sommige diertjes meer schade toebrengen dan andere.
Hoe en waar ondervind je overlast?
Zilvervisjes
Zilvervisjes houden meer van vocht dan ovenvisjes en papiervisjes: liefst in ruimtes waar de luchtvochtigheid minimaal 70% is. Vochtige ruimtes die in de winter niet te sterk afkoelen zoals de keuken en badkamer zijn daarvoor ideaal, maar ook achter plinten, onder vloerbedekking en in boekenkasten zijn ze terug te vinden.
Op een geschikte voedingsbodem, in naden of kieren kan een vrouwtje eieren leggen die bij een temperatuur van 25°C en relatieve vochtigheid van 75% binnen de maand tot ontwikkeling komen.
Hun voedsel bestaat uit zetmeelhoudende producten als stijfsel in behanglijm, half vergaan behangpapier of lijm waarmee boeken zijn ingebonden. Daarnaast eten ze ook kleine dode insecten, schimmels en vochtige granen. Enkele maanden zonder voedsel vormen voor de diertjes geen probleem.
Ovenvisjes
Ovenvisjes vormen minder een probleem in onze woningen omdat zij zich vooral goed voelen bij hoge temperaturen van 32-38°C tot 42°C. Ze houden van drogere omstandigheden: er is een voorkeur voor 33 tot 50% luchtvochtigheid.
Eitjes kunnen al bij 11% relatieve vochtigheid worden afgezet, maar komen pas tot totale ontwikkeling bij een hogere vochtigheid. Bij hoge temperaturen kunnen eitjes al na negen dagen tot ontwikkeling komen, bij lager temperaturen kan dit verschillende maanden duren.
Papiervisjes
Papiervisjes hebben een relatieve vochtigheid van 55% of hoger nodig. Ze komen vooral voor in nieuwbouwwoningen omwille van het aanwezige bouwvocht. Ze kunnen overleven bij 15 tot 20 °C, maar houden meer van hogere temperaturen.
Gevolgen voor de gezondheid?
Zilvervisjes, ovenvisjes en papiervisjes vormen geen direct risico voor de gezondheid.
De aanwezigheid van zilvervisjes wijst echter wel op de aanwezigheid van vochtige plekken in de woning. Vocht in de woning kan schimmel en/of huisstofmijt met zich meebrengen die op hun beurt kunnen zorgen voor gezondheidseffecten.
Ovenvisjes doen zich tegoed aan levensmiddelen en kunnen echter zo bacteriën verspreiden.
Papiervisjes zijn dol op papier en een plaag. Papiervisjes kunnen in een goed geïsoleerde, warme woning aanzienlijke schade aanbrengen. Dit kan van invloed zijn op het algemeen welzijn en wooncomfort. In vergelijking met het papiervisje richten de andere franjestaarten aanmerkelijk minder schade aan. Wel kunnen ze hinderlijk zijn wanneer ze in grote aantallen voorkomen.
Hoe overlast beperken?
In de meeste gevallen is het aantal diertjes van die mate dat het voldoende is in te spelen op de temperatuur en de relatieve vochtigheid van de ruimte waar ze voorkomen.
Zilvervisjes kunnen bestreden worden door het vochtgehalte in de ruimtes te verlagen. Ventileer dus goed. Zoek naar de achterliggende oorzaak van het vochtprobleem indien dit niet voldoende wordt verholpen door te verwarmen en ventileren.
In nieuwbouwwoningen verlucht je best extra, eventueel mechanisch ondersteund. Het beton of cement kan immers nog lang bouwvocht afgeven, waardoor een hogere relatieve luchtvochtigheid kan ontstaan. Vloerbekleding die te snel wordt geplaatst kan vochtuitwaseming belemmeren, waardoor zilvervisjes aangetrokken worden.
Ovenvisjes kunnen bestreden worden door de temperatuur naar beneden te brengen. Dit kan door de ruimte goed te ventileren.
Onder de 18°C overleeft het papiervisje moeilijk, zeker als deze gepaard gaat met een luchtvochtigheid van minder dan 55%. Controleer regelmatig boekenkasten op vraatschade.
Gebruik van insecticiden is dus in de meeste gevallen overbodig en zelfs af te raden. Als de overlast toch aanhoudt, kan u een erkende ongediertebestrijder inschakelen of een bouwkundig expert om de vochtproblemen op te lossen.
Meer weten?
Neem contact op met de medisch milieukundige van het Logo van je regio.
Referenties
- Wonen & Gezondheid 4de ed. (2009) – Tilborghs G., Wildemeersch D., De Schrijver K. – Toezicht Volksgezondheid
- Geneeskundige en Gezondheidsdienst (GGD) Haaglanden