Er staat veel tegenstrijdige informatie op het internet rond kokosvetten. Of is het nu kokosolie? En is het gezond of niet?

Samenstelling van kokosvet

Kokosnoten bevatten vruchtvlees. Dat vruchtvlees wordt gedroogd en is bekend onder de naam ‘kopra’. Kopra wordt omgezet in kokosmelk, -olie of -meel. Er is geen verschil in samenstelling tussen kokosolie en kokosvet. In de tropische landen van herkomst (Filippijnen, Indonesië en India) is het vloeibaar bij kamertemperatuur. In ons klimaat heeft de olie meestal een vaste vorm en spreken we van kokosvet. De twee termen worden door elkaar gebruikt.

Kokosvet bestaat vooral uit verzadigde vetzuren, voor meer dan 80%. Dat is het meeste van alle vet- en oliesoorten. Bijna de helft (44,6%) van de verzadigde vetzuren bestaat uit laurinezuur. De meeste plantaardige vetten bestaan hoofdzakelijk uit onverzadigde vetzuren. Kokosolie en palmolie zijn uitzonderingen op deze regel.

Gezondheidseffecten

Laurinezuur verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed, inclusief de LDL-cholesterol. Een verhoogde LDL-cholesterol is geassocieerd met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Interventiestudies met kokosolie of palmolie toonden eveneens een significante verhoging van de HDL-cholesterolwaarden (de ‘goede’ cholesterol) in vergelijking met mais- en sojaolie.

Maar het voordeel van kokosvet, dat het de ‘goede’ HDL-cholesterol doet stijgen, weegt echter niet op tegen het nadeel dat het ook de ‘slechte’ LDL-cholesterol doet stijgen. Het brengt dus geen gezondheidsvoordeel met zich mee. Het effect is vergelijkbaar met dat van boter en andere vetten rijk aan verzadigde vetzuren. Boter is wel een betere bron van vetoplosbare vitaminen (A, D en E).

De huidige consensus blijft dat oliën en vetten rijk aan onverzadigde vetzuren de voorkeur krijgen om de LDL-cholesterol te verlagen en de HDL-cholesterol te verhogen.

Hoe milieuverantwoord zijn kokosproducten?

Naast de samenstelling wordt ook de milieu-impact van het product in rekening gebracht. Het vruchtvlees en kokoswater zijn de eetbare delen van de kokosnoot. Daarnaast worden ook het vezelige omhulsel en de harde schaal gebruikt voor tal van doeleinden. Denk aan touwen, matten, borstels, lepels, kommen …

We kunnen de kokosnoot op het vlak van duurzaamheid vergelijken met andere exotische gewassen zoals bananen en koffie. Als je een kokosnoot of afgeleid product wil consumeren, kies dan bij voorkeur voor:

  • Fair Trade: Dat herken je aan het Fair Trade-logo op de kokosnoot of op het kokosvet. Het geeft niet alleen aan dat de boeren op een correcte manier worden vergoed, maar ook dat hun landbouwmethode rekening houdt met ecologische duurzaamheid. Omdat boeren beter betaald worden, zijn ze minder snel slachtoffer van monocultuur.
  • Biologisch: Het kopen van kokosproducten die gecertificeerd biologisch zijn, zorgt ervoor dat mensen in het land van herkomst niet bedreigd worden door chemische meststoffen en pesticiden.
  • Geen of een milieuverantwoorde verpakking.

Praktisch advies

Vetten die rijk zijn aan verzadigde vetzuren zoals kokosvet zijn minder gevoelig voor oxidatie. Oxidatie is een ongewenste reactie die ervoor zorgt dat het vet ‘ranzig’ wordt. Kokosvet is een stabiel vet dat je langere tijd kan bewaren en bestand is tegen zeer hoge temperaturen (180°C-190°C). Hierdoor kan je kokosvet ter afwisseling gebruiken om te frituren of te wokken.

Omdat kokosvet voornamelijk een bron is van verzadigde vetzuren, raden we aan om het in mindere mate te consumeren. Het hoort samen met boter en palmolie thuis in de oranje zone van de voedingsdriehoek. Vervang kokosvet in je dagelijkse bereidingen zoveel mogelijk door oliën rijk aan onverzadigde vetzuren zoals saffloer-, zonnebloem-, koolzaad-, lijnzaad-, mais-, olijf- en sojaolie. Af en toe en met mate kan je kokosvet gebruiken, bijvoorbeeld voor bereidingen op hoge temperatuur (wokken, frituren).

Kokosvet wordt ook veel gebruikt in ultrabewerkte producten zoals koekjes, gebak, chocolade, energierepen, kokosbrood … Hieraan is ook veel suiker toegevoegd. Die producten behoren sowieso tot de rode zone of restgroep van de voedingsdriehoek.