Gezonder eten? Of actiever leven? Dan sta je vanzelfsprekend stil bij wát je gaat eten en wélke bewegingsvormen je ziet zitten. Maar minder vaak vraag je je af wíé je daarbij kan helpen. Want naast jezelf is er immers een leger anderen nodig om dat mogelijk te maken. Wie zijn er (mee) verantwoordelijk voor dat we allemaal gezond kunnen leven? En wat moeten zij doen?

Om gezond leven mogelijk te maken, heb je betrokken beleidsmakers, economische spelers (producenten en retailers), werkgevers, vrienden en familie, media, ... nodig. Want die gezonde kom groentesoep als tienuurtje moet elke dag opboksen tegen honderden ongezonde koeken. En het scooter-auto-bus-fiets-dilemma is bij voorbaat een uitgemaakte zaak als de wegen hobbelig zijn en de regen tegen het raam klettert. We zoeken dan ook in de eerste plaats gezonde keuzes die voor ons haalbaar en betaalbaar zijn.

Deblie close up

“Ik heb het geluk dat ik gezond én goedkoop op mijn werk kan eten. Voor een kom verse soep betalen we 80 cent, voor een slaatje met kaas of vis 2,50 euro.”

Deblie

Cas close up

“Er is hier een sociale organisatie in de buurt, Tel-oor, waar ik vaak ga eten aan een betaalbare prijs. Ze koken vers en proberen het zo gezond mogelijk te maken.”

Cas

We focussen in dit artikel op de kansen die beleidsmaatregelen kunnen bieden, met de belangrijke kanttekening dat de norm binnen vriendengroepen, buurten, … ook invloed heeft. Is wagenbezit een teken dat je succesvol bent? Rijdt iedereen met een e-step en eet niemand fruit in je familie? Je sociale omgeving beïnvloedt niet alleen wat jij doet, maar ook je gewoontes. En omgekeerd wordt die sociale omgeving deels beïnvloed door het beleid van bijvoorbeeld mediabedrijven, de retailsector, lokale besturen, … Burgers willen een overheid die de gezonde keuze mogelijk maakt en zo ook de verleiding van het ongezonde beperkt. Een overheid die voedselproducenten verplicht tot transparantie, die actief leven haalbaarder maakt en het gezonde betaalbaar houdt.

Samen tegen ongelijkheid

Gezonde keuzes raken bij iedereen soms ondergesneeuwd wegens te druk, te duur, andere prioriteiten, ... maar zeker voor mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie is genieten van het gezonde vaak geen optie. De cijfers liegen er niet om: bijna 1 op 5 Vlamingen zonder diploma of met een lager of secundair diploma kan zich geen gezonde en evenwichtige voeding veroorloven (VCP, 2022). De Preventiebarometer (2022) toont aan dat personen die moeilijk rondkomen vaker fysiek inactief zijn en langer stilzitten. Ze ervaren verschillende drempels die mogelijk te maken hebben met het feit dat er minder beweegaanbod in de buurt is, ze in minder goede gezondheid zijn en ze minder mensen rond zich hebben waarmee ze samen actief kunnen zijn. Bovendien staan ze constant in survivalmodus, waardoor ze kansen missen: wie leeft om te overleven, focust zich immers enkel op de dringende noden van elke dag en is niet bezig met extra beweging of gezonde voeding.

Cas close up

“Voor mensen in een kwetsbare positie is sporten niet evident. Ze hebben zoveel zorgen dat ze niet de kracht vinden om te sporten of om er zelfs maar aan te denken.”

Cas

Foto nathalie twee

"Ik zat opgesloten in mezelf. Weer meer gaan bewegen, gaf mij vrijheid. Ik moest wel creatief zijn, want ik had niet de middelen om naar een sportclub te gaan.

Nathalie

Er is al jaren een duidelijke ongelijkheid in gezonde eetgewoonten en actieve leefstijl. Bij beweging zien we zelfs een achteruitgang: er is nu meer ongelijkheid in de mate waarin mensen bewegen en een actieve leefstijl hanteren dan vroeger. En dan spreken we nog niet over andere gezondheidsthema’s.

Alleen informeren is niet voldoende

We zijn duidelijk samen verantwoordelijk voor een bijzonder onrechtvaardige situatie: beleidsmakers kunnen nog meer kansen benutten om gezonde voeding, voldoende bewegen en minder lang stilzitten haalbaar en betaalbaar te maken. En de kansen die er zijn, zijn bovendien ongelijk verdeeld. Die situatie kunnen we keren, door samen de juiste maatregelen te nemen.

Informeren en onderwijzen wordt hierbij dikwijls naar voor geschoven. Volgens het credo dat informeren ervoor zorgt dat burgers nadien zelf in staat (lees: verantwoordelijk) zijn om geïnformeerd beslissingen te nemen, wordt vaak naar het onderwijs gekeken (VCP 2022: 93% is voorstander om kinderen te onderwijzen over gezond eten; enquête bewegingsdriehoek: meest aangeduide beleidsmaatregel is bevolking informeren over wat gezond is, zoals via bewegingsdriehoek). Onderzoek toont echter aan dat onderwijs niet het enige kanaal mag zijn, ook al bereik je op die manier kinderen en jongeren. Wie minder vertrouwen heeft in traditionele systemen, zoals het onderwijs, ziet hun nabij en vertrouwd middenveld, zoals wijk- en buurtwerkers, gezinsondersteuners, ... eerder als een betrouwbare bron van informatie, afgestemd op hun leven. Informerende strategieën vragen dus niet alleen pure kennis, maar een doordachte combinatie van initiatieven en inzet op vaardigheden. Zo stelt ook Tim van Meurs in een interview met binnenlandsbestuur.nl.

Tim van Meurs

“Lokale, kleinschalige initiatieven kunnen helpen. Denk aan een buurthuisavond die in het teken staat van het koken van gezonde maaltijden. Zulke eerste stappen staan dichter bij de inwoners zelf, en zo leren deelnemers al doende beter koken.”

Tim van Meurs, onderzoeker in Geen trek in bemoeienis, de rol van anti-institutionalisme in opleidingsverschillen in de ontvankelijkheid voor voedingsinterventies

Bovendien geeft onderzoek aan dat interventies waarbij aan burgers informatie wordt gegeven over (on)gezond gedrag minder effectief zijn bij lager opgeleide dan bij hoger opgeleide burgers. Mensen weten doorgaans wel dat het belangrijk is om gezond te eten en voldoende te bewegen. Maar tussen weten en effectief doen, zit nog een grote kloof en die kan onmogelijk enkel met informatie worden gedicht (Preventiebarometer 2022).

Tim van Meurs

“Vaak wordt verondersteld dat mensen de informatie niet begrijpen. De meeste mensen snappen het wel, maar ze weten niet wat ze met die informatie moeten. Het staat zo ver van ze af, geen idee wat ze met die groenten allemaal kunnen doen.”

Tim van Meurs in Interview binnenlandsbestuur.nl

Neem structurele maatregelen

Een krachtige maatregel zijn universele en structurele interventies, die een leefomgeving creëren waarin de kansen op en de mogelijkheden tot gezonde keuzes vergroten. Denk daarbij aan industrie, ruimtelijke planning, … waarin kindermarketingafspraken, suikertaksen, subsidies voor inclusieve sportclubs en planologische besluiten om de walkability te verbeteren zijn geïntegreerd. Of die hiertoe worden verplicht door een regulerende overheid. Dit zijn interventies die moeilijker te omzeilen zijn, waardoor we voorkomen dat enkel de burger die al gezond is hier baat bij heeft en enkel de hoger opgeleiden kansen krijgen én grijpen om gezond te leven. Hiermee voorkomen we dus Mattheüseffecten, een patroon waarbij wie begint met een voordeel, in de loop ter tijd alleen maar meer kansen opbouwt, en omgekeerd: degene die start met een nadeel, almaar meer benadeeld raakt. De keerzijde bij dergelijke maatregelen is wel dat mensen die al negatief stonden tegenover de overheid, nog negatiever worden omdat ze het gevoel kunnen hebben dat hen iets wordt opgedrongen. En dan wordt het een scenario dat niet alleen verlammend werkt, maar ook niet klopt.

Structurele maatregelen zijn een enorme kans en moeten zorgvuldig worden genomen. Dat betekent dat ervaringskennis samenkomt met wetenschaps- en beleidskennis. Dat leefwereld en systeemwereld verenigd worden. Zo wordt niemands leefstijl aangevallen, maar gaan we samen op zoek naar hoe we bijvoorbeeld meer kunnen inzetten op fietsverplaatsingen. Wat zeggen ervaringsdeskundigen in een maatschappelijk kwetsbare situatie (die ongeveer 10% minder fietsverplaatsingen hebben dan mensen met het hoogste inkomen) hierover, wat toont onderzoek en welke beleidsopties zijn er? Tim ’S Jongers is al jaren voorstander van deze manier van werken.

Tim s jongers

“Doordat mensen met geld in hun eigen bubbels leven, ontmoeten zij mensen in armoede niet meer. Dat is nogal gek, want vervolgens gaan we vanuit onze eigen hoogopgeleiden-logica oplossingen voor deze groep bedenken.”

Tim ’S Jongers, bestuurskundige en publicist in Interview met Linda.nl

Ook de burger is mee

Nog een reden om in te zetten op structurele interventies is dat er hier wel degelijk een draagvlak voor is. Een verpletterende 80% van de Vlamingen (VCP, 2022) staat vandaag achter maatregelen zoals het subsidiëren van fruit en groenten en het voorzien van gezonde schoolmaaltijden. Ook investeringen in openbaar vervoer en in beweegvriendelijke publieke ruimte, en terugbetaling van consultaties bij bewegingsprofessionals zijn bij de best scorende verwachte overheidsmaatregelen (enquête driehoeken GL). Burgers zien meer en meer in dat gezond leven momenteel een ongelijke strijd levert tegen de marketing en de aantrekkingskracht van het ongezond aanbod (in overaanbod, smaak, prijs, …). Daarom verdienen de gezonde opties volgens hen ook een duwtje in de rug, zodat ook die keuzes aantrekkelijk worden.

En hoe zit het met het inperken van de ongezonde opties? Slechts 37% van de Vlamingen (VCP, 2022) is tegen beperkende maatregelen, zoals belasting op ongezonde voeding. Bij dergelijke beperkende initiatieven dreigt het doemscenario van betutteling en vrijheidsbeperking nog meer. Om draagvlak en steun voor deze maatregelen te creëren, is het dus cruciaal dat het traject dat hierboven is beschreven, wordt gevolgd. Daarnaast is het belangrijk dat er een evenwicht is tussen beperkende en stimulerende maatregelen. Zo’n combinatie heeft niet alleen veel voorstanders (45% van de personen die de Preventiebarometer (2022) invulden, zijn bereid om meer te betalen voor autogebruik in ruil voor een hogere fietsvergoeding en goedkoper en beter openbaar vervoer), het levert bovendien de grootste gezondheidsbonus op (https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29748418).

Pak gezondheidsongelijkheid aan

De boutade zegt dat je dagelijks 30.000 keuzes maakt. Prijs en smaak zijn bij voedingskeuzes voor iedereen belangrijk, maar voedingswaarde, zo toont onderzoek, speelt vooral bij mensen met een diploma hoger onderwijs een rol. En er zijn nog verschillen als we kijken naar het inkomen, de maatschappelijke kwetsuren, het opleidingsniveau, huisvestingstypes, …

Janos close up

“Je kan er niet omheen: fastfood is goedkoper. Zeker als je naar de prijs kijkt. Maar als je er meer van moet eten, is het dan echt nog goedkoper?”

Janos

Mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie zien hun keuzes al zo ingeperkt dat voedingswaarde en gezondheidseffecten van voeding meestal het onderspit delven. Naast maatregelen die ervoor zorgen dat de gezonde keuze de meest voor de hand liggende wordt, blijft het dan ook nodig om te kijken naar hoe we de samenleving organiseren. Denk maar aan bestaansminima, woonbeleid, arbeidsmarkt, … Met andere woorden: hoe kunnen we ervoor zorgen dat in de manier waarop we georganiseerd zijn, er geen (of op zijn minst minder) ongelijkheid ontstaat? Want gezondheidsongelijkheid vindt al te vaak zijn oorsprong in sociale ongelijkheid. Een andere, pijnlijke, boutade stelt dat je postcode misschien wel een even grote of zelfs grotere invloed heeft op je gezondheid dan je DNA.

Janos close up

“Door mijn immuunziekte eet ik van jongs af aan glutenvrij. Dat was niet gemakkelijk: het beperkte aanbod was heel duur. Ik woonde samen met mijn mama in Torhout. We leefden met twee van een vervangingsinkomen.”

Janos

Cas close up

“Recent is mijn fysieke beperking erkend door de FOD. In de toekomst kan ik nu hopelijk rekenen op financiële tegemoetkoming om dergelijke aankopen (zoals elektrische fiets n.v.d.r.) te doen.”

Cas

Wat kunnen we samen doen?

Blik eens even terug. Wie was er betrokken bij de koek of de schijfjes komkommer die je mee had? Bij de verplaatsing die je vanmorgen deed? Of bij het tv-avondje dat je in de zetel doorbracht? Wie bepaalde de prijs, wat er op tv te zien was, de beweegvriendelijkheid van je omgeving, je energiepeil, je motivatie, …?

Of we als Vlamingen gezond kunnen eten en actief leven, daar zijn we sámen verantwoordelijk voor. De maatregelen die we daarvoor nemen, moeten voortvloeien uit ervaringskennis, gecombineerd met wetenschaps- en beleidskennis. Ze moeten leiden tot een gedragen en effectief beleid en producten die gezond leven haalbaar en betaalbaar maken. Ze moeten ervoor zorgen dat alle burgers actief kunnen leven op een manier die goed voelt voor hen en gezonde voeding lekker, betaalbaar, toegankelijk en gemakkelijk maken.

Dat het kan, dat bewijst het ontstaan van nieuwe fietssoorten, mediaprogramma’s die feiten en mythes over gezonde voeding checken, subsidies voor anders georganiseerde sportactiviteiten, lekkere, gezonde en betaalbare schoolmaaltijden, nieuwe fietsvergoedingssystemen, de btw-verlaging op groenten en fruit die op tafel ligt, het ontstaan van sociaal-sportieve praktijken, fietsstraten, … Meer van dat graag!