Onderzoek over voeding en voedingspatronen
Hoe voedingsonderzoek interpreteren?
De media slaan je om de oren met nieuwigheden over diëten. En ook het internet bulkt ervan. Niet zelden geven bronnen je tegengestelde informatie: is brood nu een dikmaker? Of net nodig voor een goede gezondheid? Er is altijd wel een onderzoek dat jouw mening bevestigt. Vlaams Instituut Gezond Leven helpt je om de overvloed aan info te filteren.
Genuanceerd onderzoek naar gezonde voedingspatronen
Onderzoek naar voeding stuit op enkele problemen. Zo is het moeilijk om het eetpatroon van proefpersonen objectief in kaart te brengen. Vaak krijgen ze een vragenlijst voorgeschoteld die inkijk moet geven in eet- en drinkgedrag. Maar soms herinneren mensen zich niet precies wat ze binnenspeelden: ze vergeten bepaalde voedingsmiddelen, schatten een portie verkeerd in, … Zelfs onderzoeken die onafhankelijk zijn van het geheugen (zoals een eetdagboek) kunnen een vertekend beeld geven: de deelnemers rapporteren te veel of te weinig.
Nationale Voedselconsumptiepeiling
Onze nationale Voedingsconsumptiepeiling (VCP) geeft een goed beeld van wat de Belg eet, wat zijn voedingsgewoonten zijn en wat de kwaliteit (voedingswaarde) van zijn voeding is. Bijvoorbeeld: hoeveel groenten eet de Belg? Ontbijt de Belg dagelijks? In welke mate wordt hij blootgesteld aan chemicaliën in zijn voeding? Eet een Belgisch gezin samen aan tafel?
Nadeel van de VCP? Ze bevat geen gegevens over stoffen in ons bloed – bijvoorbeeld een hoge cholesterol, of een te lage HDL-cholesterol (‘goede cholesterol’) – die kunnen wijzen op hart- en vaatziekten.
De uitgebreide resultaten vind je hier: https://fcs.wiv-isp.be/nl/SitePages/Resultaten.aspx.
Een samenvatting door Gezond Leven vind je hier: https://www.gezondleven.be/themas/voeding/cijfers/wat-eet-de-gemiddelde-vlaming.
Voedingsmiddelen en -stoffen: een complex gegeven
Het is lastig – zelfs onmogelijk – om een verband te spotten tussen een voedingsmiddel en je gezondheid. Want één voedingsmiddel bestaat uit een waaier van voedingsstoffen. Bijvoorbeeld: een brood bevat koolhydraten, vezels, eiwitten, vitamines én mineralen. Wijst een onderzoek uit dat brood ongezond is? Dan kan dat door één bestanddeel zijn of door een combinatie van voedingsstoffen.
Gezond voedingspatroon: het volledige plaatje
Interessanter dan het onderzoek van één voedingsmiddel of -stof is dus onderzoek naar gezonde voedingspatronen.
Het verband tussen één voedingsmiddel of -stof en (on-)gezondheid zegt niet zoveel als het onderzoeken van een volledig voedingspatroon. Neem nu: ‘Ik eet een koekje dus leef ik ongezond.’ Dat klopt op zich niet. Het gaat om de combinatie van alles wat je eet. We weten wel dat koekjes in de rode bol van de voedingsdriehoek thuishoren omdat ze te veel verzadigd vet, suiker en/of natrium bevatten. En toch past het wél af en toe in een gezond voedingspatroon. Dat patroon interesseert ons dus.
Als dit, dan dat: we zijn erop gebrand om altijd een oorzaak aan een gevolg te linken. Maar dat lukt alleen in experimenteel onderzoek, dat vaak onverantwoord of onmogelijk is. De invloed van alcohol bij zwangere vrouwen testen? Not done. Mensen vragen om dertig jaar alleen melk te drinken? Moeilijk.
Daarnaast zijn omgevingsfactoren (zoals CO2-uitstoot) nauwelijks uit te sluiten. Worden de effecten pas op lange termijn duidelijk. Zijn de studies vaak duur of gesponsord door belanghebbenden uit de voedingsindustrie.
Voor voeding zijn we nog grotendeels aangewezen op epidemiologisch (observationeel) onderzoek. De bewijskracht is minder sterk dan bij experimenteel onderzoek. In het beste geval vullen ze elkaar aan.
Meer info over de verschillende soorten voedingsonderzoek en hun bewijskracht vind je hier.
Kritische blik
Conclusie: kijk kritisch naar élk onderzoek over gezonde voedingspatronen.
- Werd het onderzoek uitgevoerd bij dieren of bij mensen?
- Is de steekproef groot genoeg?
- Hebben de proefpersonen ongeveer dezelfde levensstijl als wij in België?
- Hoe werden de proefpersonen bevraagd (eetdagboek, peilen naar eetgewoontes)?
- Werd er gelinkt met de eigenlijke aandoeningen, of maar met factoren die die kunnen uitlokken. Bijvoorbeeld: werden de hart- en vaatziekten geteld, of alleen maar de elementen die die kunnen uitlokken zoals verhoogde cholesterol en hoge bloeddruk?
- Baseert men het onderzoek op één voedingsmiddel of -stof óf beschouwt men het volledige voedingspatroon?
- Wie betaalde het onderzoek (gesubsidieerd door een belanghebbende organisatie)?
Vlaams Instituut Gezond Leven baseert zijn adviezen nooit op één onderzoek. We gaan te rade bij bekende en betrouwbare organisaties zoals de Hoge Gezondheidsraad, het Nederlandse Voedingscentrum, de Wereldgezondheidsorganisatie, het Britse NHS, …
Na jarenlang onderzoek worden bepaalde bevindingen opgenomen in of geweerd uit de voedingsdriehoek.