Iedereen plukt de vruchten van gezonde voedingsgewoontes en dito levensstijl. Maar voor personen met een beperking is dat ‘gezond eten’ vaak wat complexer. Er bestaan verschillende soorten beperkingen, en soms komen ze in combinatie voor. De beperkingen kunnen aangeboren zijn, tijdens de zwangerschap ontstaan of bij de geboorte of door een ziekte of ongeval veroorzaakt worden.

Verschillende soorten beperkingen

Personen met een verstandelijke beperking, hebben een IQ lager dan 70. Hierdoor kunnen ze minder goed functioneren op conceptueel, sociaal en praktisch vlak. Zo leren ze nieuwe vaardigheden maar moeilijk aan, zoals taal, lezen, schrijven, abstracte begrippen … (conceptueel vlak). Interactie met anderen gaat dikwijls moeizamer omdat mensen met een verstandelijke beperking minder inzicht hebben in ongeschreven gedragsregels. Ze beseffen vaak niet wat anderen denken, voelen en ervaren, herkennen expressies niet … (sociaal vlak). Ook het leervermogen en zelfmanagement in verschillende levenssituaties verlopen meestal niet zoals bij een normale ontwikkeling, bijvoorbeeld wat betreft zelfzorg, geldbeheer, vrijetijdsbesteding … (praktisch vlak).

Enkele voorbeelden: het syndroom van Down, autisme, epilepsie …

Een fysieke beperking is een stoornis aan het bewegingsapparaat: het orgaansysteem dat ervoor zorgt dat mensen zich kunnen voortbewegen. Zo’n fysieke beperking bemoeilijkt, beperkt of houdt de handelingen van het lichaam (deels) tegen. Ook zintuigelijk beperkingen vallen hieronder.

Enkele voorbeelden: de afwezigheid van een ledemaat (vanaf de geboorte of door amputatie), spierspasticiteit, een verlamming van 1 of meerdere ledematen, blind- en doofheid ...

Een meervoudige beperking is vaak een verstandelijke beperking in combinatie met een fysieke beperking en/of gedragsproblemen.

Wat eten mensen met een beperking best?

Personen met een beperking zijn gebaat bij gezonde voedingsgewoontes, zoals beschreven bij de voedingsdriehoek. Maar er zijn extra aandachtspunten, afhankelijk van de problematiek van de persoon. De voedingsbehoefte kan sterk verschillen van individu tot individu. Bijvoorbeeld door een verhoogd of eerder laag energieverbruik, verhoogde behoefte aan eiwitten (doorligwonden), beperkte bewegingsmogelijkheden, slik- en kauwproblemen, nood aan klinische voeding of aangepast eetgerei … Tegenwoordig gaan bovenstaande problemen vaak gepaard met andere aandoeningen zoals diabetes type 1 of type 2, nierproblemen, intoleranties of allergieën.

Afhankelijk van het type en de ernst van de beperking is aangepast voedingsadvies nodig. Meestal krijgen personen met een beperking hiervoor begeleiding via hun netwerk (arts, diëtist, logopedist, kinesist … van de school of instelling) en worden hun voeding en eetmaterialen aangepast. Als dat niet zo is of bij nood aan extra begeleiding door bijvoorbeeld sport op een hoger niveau, kunnen ze een gespecialiseerde gezondheidsprofessional inschakelen.

Meer weten?

  • Raadpleeg je huisarts of diëtist, ergotherapeut, logopedist of kinesist binnen het bestaande netwerk (school, instelling) voor persoonlijk advies.
  • Een betrouwbare zelfstandige diëtiste vind je via de commissie Diëtisten Gehandicaptenzorg.
  • Of doe een beroep op een gespecialiseerde vormingsorganisatie zoals Pasform.