Hoe werd de indeling en plaats van de voedingsmiddelengroepen bepaald?
Bij de nieuwe voedingsdriehoek is de indeling en plaats van de voedingsmiddelen in het model in de eerste plaats gebeurd op basis van het effect op onze gezondheid. Dit gebeurde op basis van het beschikbare onderzoek naar het verband tussen het voedingsmiddel als geheel en effecten op de gezondheid. Als kwaliteitsvol onderzoek naar het effect van het voedingsmiddel als geheel ontbreekt, wordt dit beoordeeld op basis van de aanwezige voedingstoffen in het voedingsmiddel.
In de tweede plaats is een opsplitsing gemaakt tussen voedingsmiddelen van plantaardige en van dierlijke oorsprong, als gecombineerd criterium voor gezonde en milieuverantwoorde voeding. Want gezonde en milieuverantwoorde voedingskeuzes maken: dat gaat meestal hand in hand. Win-win.
Vijf zones
Door deze manier van indelen werden vijf zones gedefinieerd waarbinnen de verschillende voedingsmiddelengroepen hun plaats kregen, waardoor het soms noodzakelijk was voedingsmiddelen uit elkaar te trekken. In de vroegere ‘actieve voedingsdriehoek’ stonden bijvoorbeeld alle vetstoffen (olie, boter…) in één groep. Op basis van het verschil in effect op de gezondheid werden in de nieuwe voedingsdriehoek vetstoffen rijk aan onverzadigde vetzuren (donkergroene zone) apart van vetstoffen rijk aan verzadigde vetzuren (oranje zone) geplaatst.
Hetzelfde geldt voor de eiwitrijke producten: vlees, vis, eieren en plantaardige alternatieven stonden vroeger in één groep, maar worden nu op basis van hun bewezen effect op gezondheid en het milieu verspreid over verschillende zones in het model.