Het prijskaartje van een voedingsmiddel bepaalt mee of we ervoor kiezen. Al helemaal als je het niet breed hebt. Door gezonde voeding goedkoper maken, kan eetgedrag beïnvloed worden. Toch ligt de focus in voedingsreclames en promoties vaak vooral op ongezonde voeding.

In een enquête van het Vlaams Instituut Gezond Leven rond de voedingsdriehoek (2019) bij een steekproef van 500 Vlamingen werd de vraag gesteld “Wat zou jou kunnen helpen om gezonder te eten?”. Het populairste antwoord dat werd gegeven door 57% van de deelnemers luidde: “Gezonde voeding die goedkoper is”.

Verschillende studies geven aan dat de kostprijs van voeding een belangrijke rol speelt in het bepalen van eetpatronen. Voor mensen met een lage sociaal-economische status zijn de gepercipieerde kost en de werkelijke prijs voor gezonde voeding zoals groenten en fruit belangrijke barrières om gezonder te eten.

Rond de werkelijke prijs van gezonde voeding werden al verschillende tegenstrijdige resultaten gepubliceerd. De meta-analyse van Rao et al. (2008) geeft aan dat gezonde voedingspatronen gemiddeld wel degelijk meer kosten dan minder gezonde voedingspatronen. In een studie rond de relatieve kost van het naleven van voedingsaanbevelingen in België, wordt ook aangetoond dat het naleven van gezonde voedingsaanbevelingen duurder is.

Goedkoop gezond met de 'gezondheidstaks'?

Rijkere bevolkingsgroepen hebben toegang tot meer diverse voeding en tot duurdere 'gezonde voedingsniches' (bv. biowinkels). Bevolkingsgroepen met een lager inkomen kopen en eten vaker goedkopere, minder gezonde voeding waarvoor ook meer reclame gemaakt wordt. Een beleidsaanbeveling is dan ook om gezonde voeding betaalbaarder te maken en ongezonde voeding duurder. Dit laatste kan bijvoorbeeld door het invoeren van een vet-, suiker- en/of frisdranktaks, ook wel ‘gezondheidstaks’ genoemd. Het is een belasting op ongezonde voeding zoals vetrijke snacks, snoep en suikerhoudende dranken. Het wetenschappelijk bewijs rond de effectiviteit van een taks groeit, net zoals het aantal landen dat een frisdrank- of suikertaks invoerde. Al zijn er wel voorwaarden aan verbonden: de opbrengsten van een taks moeten worden ingezet om gezonde voeding goedkoper te maken of voor andere sociale programma’s. Daarnaast moet de gezondheidstaks kaderen binnen een breder preventief gezondheidsbeleid. Tot slot moeten de socio-economische effecten van de frisdranktaks continu worden opgevolgd. De Amerikaanse studie van Wilde et al. (2018) rond gecombineerde effecten van subsidies en taksen, pleit voor extra subsidies voor kwetsbare doelgroepen, in combinatie met taksen. Dat levert volgens hen het grootste totale effect op, én het verkleint het de gezondheidskloof, dankzij de extra subsidies.

Meer info over taksen en andere prijsstrategieën lees je hier.

Voedingsreclame: vaak vet, zout en suikerrijk

Overal waar wij tijd doorbrengen, komen we in aanraking met reclame: thuis via de tv, op straat via reclameborden, in de sportclub via de snackautomaat, in de supermarkt via aantrekkelijke productverpakkingen en promoties en ga zo maar door. En dan hebben we nog niet eens gesproken over onze smartphone, die ons bijvoorbeeld via sociale media veel reclame aanreikt voor de meest diverse producten, waaronder (ongezonde) voeding. De focus van voedingsreclame ligt meestal op voeding en dranken met een hoog gehalte aan zout, (vrije) suiker(s) en/of (ongezonde) vetten, zoals verzadigde vetzuren en transvetzuren. Het gaat hier dan vooral om frisdranken, (gezoete) ontbijtgranen, koekjes, snoep, snacks, kant-en-klare maaltijden en voeding uit fastfoodketens. Vlaamse/Belgische cijfers voor marketingbudgetten werden niet teruggevonden, maar de studie van Aerts en Smits (2017) bij een Belgische retailer geeft toch een kijk op de situatie bij ons: die analyseerde voedingsverpakkingen van één bepaalde supermarkt in ons land, waarop kindgerichte marketingcommunicatie staat gedrukt. De conclusie: 89,2% van dit soort verpakkingen maakte reclame voor ongezonde voeding.

Kinderen als kwetsbare doelgroep

De afgelopen jaren toonden verschillende review-studies aan dat reclame voor ongezonde voeding en dranken een cruciale (en negatieve) rol speelt in de ontwikkeling van obesitas bij kinderen. Studies tonen aan dat er voldoende bewijs is voor het onmiddellijke effect van zelfs éénmalige voedingsreclame op de voedselconsumptie bij kinderen. Allerlei experimenten en onderzoeken bewijzen verder de invloed van reclame op de eetvoorkeur. Uit Vlaams onderzoek blijkt dat kinderen bijvoorbeeld significant meer ontbijtgranen eten als op de verpakking een grotere kom met een grotere portie ontbijtgranen staat. Ook werd aangetoond dat kinderen die veel in contact komen met voedingsreclame, over het algemeen meer eten.

De lijst aan onderzoeken is ellenlang. Een onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vat het mooi samen: er is wetenschappelijk bewijs dat tv-reclame een invloed heeft op de voedselvoorkeur van kinderen, op de aankoopverzoeken die ze maken naar hun ouders toe en uiteindelijk ook op hun consumptiepatroon. Volgens het Nederlandse Voedingscentrum heeft onderzoek naar de effecten van voedingsreclame op kinderen zich tot nu toe vooral gericht op jongere kinderen (onder de 12 jaar). Dit betekent echter niet dat oudere kinderen (en volwassenen) geen effecten ondervinden van voedingsreclame. Kinderen van 12 tot 14 jaar zijn extra vatbaar voor reclame voor ongezonde producten, omdat zij onafhankelijker zijn en meer tv-kijken en surfen op internet dan jongere kinderen, zo stelt het Voedingscentrum. De invloed van leeftijdsgenoten wordt ook sterker bij 10- tot 14-jarigen. Reclames, vermomd als berichten van vrienden op sociale media, maken hier misbruik van. Denk maar aan iemand die een pagina liket, waarna jij daar een melding van krijgt via een gesponsorde post. Een WHO-review vermeldt een studie die meegeeft dat we van jongeren niet kunnen verwachten dat hun hogere cognitieve weerbaarheid - in vergelijking met jongere kinderen - hen ook beschermt tegen de emotionele, impliciete en sociale effecten van reclame. Om weerbaar te zijn tegenover de invloed van voedingsmarketing, moeten jongeren niet enkel de overredende (‘persuasieve’) bedoeling van marketing begrijpen, maar ook een bewuste aandacht ontwikkelen, evenals de mogelijkheid én de motivatie om eraan te weerstaan.

Lees meer over de invloed van voedingsreclame op kinderen en jongeren.