Beloon met complimenten

"Je hebt je best gedaan!”

Tafelmomenten zijn niet alleen fijn voor het gezin, het zijn ook leermomenten bij uitstek voor je kinderen. Als je kind zich goed gedraagt (bv. een stapje vooruitgaat in het aanvaarden van een bepaalde groente - zie tip 1) geef het dan een groeicompliment, aangepast aan de leeftijd. Dat zijn complimenten over wat jouw kind doet en wat het daarmee bereikt heeft. Niet over wie de persoon (volgens jou) is. Zeg dus niet: “Je bent een flinke jongen”, maar wel “Het is heel flink van jou dat je aan de spruitjes hebt geroken.” Of “Je hebt enorm je best gedaan. Toen ik zei dat er spruitjes op het menu stonden, was je niet zo gelukkig, maar toch heb je eraan willen ruiken. Super, we zetten weer een stapje verder!”. Zo’n uitvoerig compliment motiveert je kind om dit gedrag voort te zetten in andere, nieuwe situaties. Zo begrijpt het dat dit gedrag voor herhaling vatbaar is en hem/haar verder kan brengen.

Anders belonen

Soms kan een kleine materiële beloning helpen als extra stimulans om de stapjes die voorafgaan aan het proeven, te bereiken:

• Een stickerkaart kan helpen om een goede start te maken. Voor kleine kinderen is het al voldoende dat ze stickers mogen plakken en dat hun stickerblad op een goed zichtbare plek hangt.
• Grotere kinderen hebben liever wat discretie, maar worden extra gemotiveerd door een sociale beloning, waar ze eventueel voor moeten sparen: samen een spel spelen, gaan zwemmen, wat langer opblijven, … Let wel op met beloningen zoals langer tv kijken, gamen, ...

Na verloop van tijd zal elk stapje minder moeite kosten en kan deze materiële beloning weggelaten worden. Jouw kind eet/proeft omdat het de groente lust en niet meer omwille van de materiële beloning. Gebruik een beloningssysteem dus nooit oneindig lang. Eens er een stap in de goede richting is gezet, kan je dit afbouwen. Vergeet vooral de complimentjes niet.

Beloon niet met snoep

Als je je kind beloont met snoep, maak je dat snoepje veel interessanter dan het eigenlijk is. Flink gedrag aan tafel belonen met zoetigheid, bevestigt dat desserts lekkerder zijn dan ‘vieze’ groenten. Laat zoetigheid dus niet afhangen van goed gedrag. Eten jullie pannenkoeken omdat er vriendjes op bezoek komen? Koppel dit dan niet aan goed gedrag. Dus: “We eten pannenkoeken omdat het een speciale gelegenheid is”, en niet: “We eten pannenkoeken omdat jullie flink zijn geweest.” Koppel zoetigheid dus niet aan flink zijn. Dat geldt ook aan tafel: had je een dessert voorzien na de maaltijd? Geef dit dan sowieso en laat het niet afhangen van goed eetgedrag aan tafel. Tip voor als je kind zijn honger spaart voor het dessert: bied voornamelijk gezonde desserts aan, zoals een stuk fruit of yoghurt.

Straffen heeft weinig zin

Kinderen die kieskeurig zijn aan tafel, kunnen je soms erg onzeker, boos of ongeduldig maken. Toch heeft straffen weinig zin. Het zorgt voor meer stress aan tafel, en dat is net het omgekeerde van wat je wilt bereiken, namelijk een stressvrije en veilige eetcontext. In de eerste plaats helpt het om realistische verwachtingen te hebben. Dan zal je zelf ook rustiger zijn, waardoor het gemakkelijker is om de kalmte en de rust aan tafel te bewaren.