Het gebruik van artificiële zoetstoffen blijft populair. Deze zoetstoffen vind je tegenwoordig, al dan niet ter vervanging van suiker, in allerlei soorten voedingsproducten terug. Denk aan dranken, yoghurt of saladedressings. Zoetstoffen zijn stoffen die voedingsmiddelen zoeter maken, zonder suiker toe te voegen. Welke invloed hebben deze artificiële zoetstoffen op onze gezondheid? Voorlopig is er geen duidelijk bewijs dat zoetstoffen op lange termijn kunnen bijdragen tot gewichtscontrole en een betere gezondheid.

Succes zoetstoffen

Vanwaar het succes van zoetstoffen? Dat ligt voor een stuk aan het feit dat mensen die worstelen met overgewicht toch nog zoete dranken en voeding kunnen (blijven) consumeren, zonder het risico meer calorieën op te nemen in vergelijking met de suiker bevattende tegenhangers. Artificiële zoetstoffen activeren smaakreceptoren namelijk bij veel lagere concentraties dan suiker doet, waardoor (veel) je lagere concentraties kan gebruiken en er dus ook weinig tot geen calorieën aangebracht worden.

Stevia en aspartaam bekendste zoetstoffen

Er zijn diverse zoetstoffen op de markt, elk met hun eigen specifieke kenmerken. De meest bekende zoetstoffen zijn stevia en aspartaam, die je bijvoorbeeld in light frisdranken terugvindt. Ze verschillen onderling in zoetkracht, smaak en chemische eigenschappen: sommige zoetstoffen zijn bijvoorbeeld niet bestand tegen hoge temperaturen en dus ongeschikt om mee te koken of te bakken. Daarom wordt ook vaak niet één, maar een combinatie van zoetstoffen gebruikt.

Een combinatie van gewone suiker en zoetstof in één product komt ook meer en meer voor (bv. suiker en stevia), vooral in frisdranken en melkdranken (bv. chocomelk light). Zo wordt het caloriegehalte van het eindproduct verlaagd en probeert men tegelijk zo veel mogelijk de smaak van ‘echte’ suiker te bewaren.

Alle zoetstoffen die in ons land zijn toegelaten, zijn onderworpen aan strenge eisen als het gaat om veiligheid. Zoetstoffen die aan deze eisen voldoen krijgen een E-nummer toegekend, dit is het bewijs van controle door de EU. Naargelang de 'zoetkracht' worden artificiële zoetstoffen ingedeeld in 2 categorieën: de intensieve of synthetische zoetstoffen en de polyolen of semisynthetische zoetstoffen.

Intensieve zoetstoffen (synthetisch)

Intensieve zoetstoffen kunnen dan nog eens onderverdeeld worden naar gelang hun oorsprong: natuurlijk (zoals bv. steviolglycosiden of stevioside (E960), een extract uit blaadjes van de stevia rebaudiana plant, ook wel stevia genoemd in de volksmond) of synthetisch gevormde zoetstoffen zoals bv. aspartaam. Intensieve zoetstoffen smaken vele malen zoeter dan suiker (50 tot 3000 keer), daardoor heb je er veel minder van nodig en is de aanvoer van calorieën veel lager (quasi nul). Ze worden vooral gebruikt in frisdranken en als tafelzoetstof (bv. tabletjes voor in de koffie). 

Voor de intensieve zoetstoffen werd door de Europees Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) een ADI (aanvaardbare dagelijkse inname) vastgelegd, dat is de maximale dagelijkse hoeveelheid van een stof (meestal uitgedrukt per kilogram lichaamsgewicht) die een leven lang genomen kan worden zonder schadelijke effecten op de gezondheid. 

Een overzicht van de intensieve zoetstoffen:

Intensieve zoetstof E-nummer ADI (aanvaardbare dagelijkse inname)
Acesulfaam-k E950 9 mg/kg LG
Advantaam  E969 5 mg/kg LG
Aspartaam  E951 40 mg/kg LG
Cyclamaat  E952 7 mg/kg LG
Glycyrrhizinezuur* E958 < 100 mg/dag
Neohesperidine* E959 5 mg/kg LG
Neotaam  E961 2 mg/kg LG
Saccharine  E954 5 mg/kg LG
Steviolglycosiden of stevioside of stevia* E960 4 mg/kg LG
Sucralose  E955 15 mg/kg LG
Thaumatine* E957 1 – 5 mg/kg LG

*van natuurlijke oorsprong

Polyolen (semisynthetisch)

Daarnaast bestaan er de polyolen of extensieve zoetstoffen. Polyolen smaken ongeveer even zoet als suiker, maar leveren minder calorieën aan (1 gram levert 2.4 calorieën), dit komt omdat ze bijna niet verteerd worden. Ze worden gefermenteerd in de dikke darm, wat bij overmatig gebruik tot winderigheid en diarree kan leiden. Deze polyolen komen van nature ook voor in bepaalde groenten en fruit (bv. sorbitol in pruimen) en worden frequent gebruikt als zoetstof in suikervrije kauwgom en in gebak of koekjes voor mensen met diabetes. Producten met polyolen bevatten de vermelding ‘overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben’. Polyolen zijn additieven waar geen bovengrens voor gesteld wordt.

Polyolen E-nummer ADI (aanvaardbare dagelijkse inname)
Sorbitol E420 Niet gespecificeerd
Mannitol  E421 Niet gespecificeerd
Xylitol  E967 Niet gespecificeerd
Maltitol  E965 Niet gespecificeerd
Lactitol  E966 Niet gespecificeerd

Hoe herken je zoetstof? 

Staat er zero of light op je frisdrankverpakking? Dan wijst dat op het gebruik van zoetstoffen. Aanduidingen zoals ‘30% minder suiker’ kunnen wijzen op een gecombineerd gebruik van suiker en zoetstoffen. Maar wil je echt weten wat er precies in je drankje of ander product zit? Dan geeft de lijst met ingrediënten uitsluitsel.

Hoeveel zoetstoffen mag ik gebruiken?

De hoeveelheid voedingsmiddelen, bijvoorbeeld frisdrank, die je kan consumeren zonder de ADI te overschrijden is afhankelijk van het lichaamsgewicht en van het voedingsmiddel zelf (afhankelijk van de zoetstoffen gebruikt in het voedingsmiddel). Uit een studie van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid blijkt dat de Belgische bevolking geen risico loopt op blootstelling aan zoetstofniveaus die de vastgelegde ADI overschrijden, dit geldt ook voor kwetsbare subgroepen zoals diabetici.

Enkele voorbeelden:

  • Een blikje cola light bevat ongeveer 48mg aspartaam en 50mg acesulfaam.
    Toegepast voor een persoon van 60 kg:
    • 1 blikje (33cl) cola light:  2% ADI aspartaam en 9% ADI acesulfaam
    • Bij een consumptie van 3 liter cola light door een persoon van 60kg wordt de ADI voor acesulfaam overschreden.
       
  • Een hoeveelheid zoetstof poeder van 0,5g - equivalent aan 1 klontje suiker – bevat, afhankelijk van het merk, ongeveer 13 tot 16mg aspartaam.
     
  • Een potje yoghurt met vruchten zonder suiker (125g) kan, afhankelijk van het merk de volgende hoeveelheid zoetstoffen bevatten:
    • Ongeveer 2 tot 10mg acesulfaam + 3.5 tot 9.5mg sucralose
    • Ongeveer 8 tot 16mg aspartaam + 8 tot 11.5mg acesulfaam
    • Ongeveer 6 tot 11.5mg aspartaam + 4 tot 8.5mg acesulfaam + 1.5 tot 3.5mg sucralose

Zijn zoetstoffen gezond of niet?

Vanuit het oogpunt van voedselveiligheid is er geen probleem met het gebruik van zoetstoffen in normale hoeveelheden. Als je gewicht wil verliezen kunnen voedingsmiddelen op basis van zoetstoffen (zoals frisdrank) een groot verschil in caloriedensiteit maken. Dit geldt uiteraard enkel als je de ’uitgespaarde calorieën’ niet compenseert. Hier let je ook best op dat door smaakontwikkeling en gewenning geen andere zoete voorkeuren ontstaan. Zoetstoffen kunnen echter niet gezond genoemd worden in die zin dat ze geen toegevoegde (voedings)waarde aanbrengen. Het blijft beter om water te kiezen boven light frisdrank of een natuur yoghurt boven een gezoete yoghurt. Over de mogelijke fysiologische effecten van zoetstoffen zijn er nog geen eenduidige wetenschappelijke bewijzen.