Voeding kan een rol spelen bij het voorkomen van mondproblemen. Wat en hoe vaak je eet, draagt bij tot het optimaal gezond houden van de mond. Benieuwd wat je best doet, en wat best niet? De tips bij de voedingsdriehoek helpen je op weg.

Er zijn heel wat dingen die je kan doen om optimaal zorg te dragen voor je gebit. Dit zijn de tips van onze voedingsdriehoek:

  • Eet bewust en met mate. Het is daarbij belangrijk om op vaste tijdstippen te eten. Benieuwd of er zoiets bestaat als ‘het ideale schema voor je tanden’? Ja hoor: eet maximaal vijf keer per dag, namelijk 3 hoofdmaaltijden en 2 tussendoortjes. Een tussendoortje is alles wat je eet of drinkt tussen de hoofdmaaltijden, met uitzondering van water, ongesuikerde koffie en thee of ongezoete melk.
  • Beperk de tijd van je tussendoortjes en maaltijden. Eet en drink dus niet gespreid over een lange periode (bv. een uur doen over een zak nootjes of blikje lightfrisdrank) en snack niet de hele dag door. Gun je tanden tussen de maaltijden de tijd om te herstellen van de inwerking van zuren en suikers uit voeding en dranken zoals (light)frisdranken en fruitsap. Zuren en suikers zijn niet goed voor ons tandglazuur. Zuren tasten je tandglazuur aan, veroorzaken tanderosie en gaatjes. Suikers worden door bacteriën in de tandplaque verwerkt tot zuren die op hun beurt het glazuur aantasten.
  • Drink water. Water is de veiligste keuze voor je gebit, naast ongesuikerde thee en koffie en ongezoet melk. Water kan je dus makkelijk de hele dag door drinken. En zéker na elke maaltijd: zo spoel je de zuren en suikers uit eten en drinken (bv. fris-, energie- en sportdranken) weg.
  • Kies zo weinig mogelijk voor ultrabewerkte producten. Zin in een snack? Kies voor harde, ongesuikerde knabbels zoals noten en groenten waar je stevig op moet kauwen. Kauwen bevordert de speekselvorming en speeksel zorgt ervoor dat het mondmilieu niet te lang zuur blijft. Voldoende speeksel zorgt ook voor het snel ‘opruimen’ van de mondholte. Dat gaat trouwens een stuk makkelijker wanneer je kiest voor voedingsmiddelen die niet te veel kleven. Niet-gesuikerde melkproducten zoals een glas melk of yoghurt kunnen ook. Maar ook na deze tussendoortjes is een glas water aangeraden.
  • Snoep nooit in bed of voor je gaat slapen! Wil je toch iets zuurs of suikerrijks eten of drinken? Doe dat dan samen met de hoofdmaaltijd. Want bij een maaltijd worden de zuren gemakkelijker geneutraliseerd en verdund omdat je meer speeksel in je mond hebt. (1)
  • Poets elke dag minstens 2 keer je tanden grondig met een tandpasta met fluoride, waarvan één keer net voor je gaat slapen. Doe dat zeker als je het niet kan laten om voor het slapengaan te snoepen, snacken of suikerhoudende dranken te drinken. Naast mondvriendelijke voeding en het dagelijks poetsen van je tanden, is een jaarlijks tandartsbezoek ook belangrijk.

Het belang van goede mondhygiëne

Het opvolgen van deze tips, een goede dagelijkse mondhygiëne en ook preventieve controle bij de tandarts worden aangeraden om mondaandoeningen te voorkomen. Mondaandoeningen, zoals tandbederf, loszittende tanden en problemen met gebitsprotheses kunnen pijn in de mond veroorzaken. Ook kunnen ze een onaangename smaak geven tijdens het eten. Een vuile mond met veel tandplaque en veel tongbeslag tast de smaakzin aan. Goede mondhygiëne verscherpt het smaakvermogen, met als gevolg: aangenamere eetmomenten. Vooral het verwijderen van tongbeslag doet de smaakzin toenemen. Goede dagelijkse mondhygiëne kan zo de prevalentie van ondervoeding doen dalen.

Problemen met kauwen?

Door aandoeningen of problemen in de mond kunnen tijdelijke of langdurige kauwproblemen ontstaan. Heb je last met het kauwen van voedsel? Raadpleeg dan een huisarts, tandarts of mondhygiënist. In afwachting van een behandeling kan je je voeding stap voor stap aanpassen op basis van hardheid. Voorzie voeding die zacht is en voldoende vocht (o.a. sauzen, stoven) bevat. Als kauwen moeilijk blijft, kan je de consistentie van je voeding stap voor stap aanpassen.

Schakel niet te snel over op zachte of vloeibare voeding. Goed kauwen op voedsel zorgt voor een betere smaakgewaarwording door het vrijkomen van aroma’s. Ook de textuur van de voeding draagt daartoe bij, denk maar aan het verschil tussen een knapperige en melige appel. Tijdens het kauwen gebruik je verschillende spieren die je ook nodig hebt als je spreekt en dat zorgt voor een goede doorbloeding van de hersenen.

Heb je gebitsproblemen zoals loszittende tanden, een minder gaaf gebit of slecht passende gebitsprothese? Pak deze klachten eerst aan, want ze kunnen voor een verminderde kauwfunctie zorgen. Misschien is het zo zelfs niet nodig om je voeding aan te passen.

Meer weten?

Betrouwbare info over mondgezondheid vind je bij Gezonde Mond.
Tips om je maaltijden aan te passen naar je kauwmogelijkheden vind je hier.
Raadpleeg je huisarts, tandarts, mondhygiënist of diëtist.