Valt het je lastig om op voedsel te kauwen of om het door te slikken? Dan zal je misschien minder of anders gaan eten en zo riskeer je niet alle nodige voedingsstoffen binnen te krijgen. Wij geven hier tips om dat te vermijden.

Wat te doen bij kauwmoeilijkheden?

Kauwmoeilijkheden voorkomen?

Mondaandoeningen, zoals tandbederf, loszittende tanden en problemen met gebitsprotheses, kunnen pijn in de mond veroorzaken. Ook kan het een onaangename smaak geven tijdens het eten.

Voorkom zo veel als mogelijk mondproblemen met onze voedingstips voor een goede mondgezondheid, ga jaarlijks preventief op controle bij de tandarts – zo krijg je ook een betere terugbetaling – en zorg voor een goede dagelijkse mondhygiëne. Voeding kan een rol spelen bij het voorkomen van mondproblemen. Wat en hoe vaak je eet draagt bij tot het optimaal gezond houden van de mond. De tips bij de voedingsdriehoek helpen je op weg. Eet bewust en met mate, drink water en kies zo weinig mogelijk voor ultrabewerkte producten. Reinig elke dag minstens 2 keer je tanden grondig met een tandpasta met fluoride, waarvan één keer net voor het slapengaan. Doe dat zeker als je het niet kan laten om iets zuur- of suikerhoudends te eten of te drinken net voor je gaat slapen. 

Heb je last met het kauwen van voedsel?

Door aandoeningen of problemen in de mond kunnen tijdelijk of langdurig problemen met kauwen ontstaan. Raadpleeg een huisarts, tandarts of mondhygiënist. In afwachting van een behandeling kan je de hardheid van je voeding stap voor stap aanpassen zodat je minder (hard) moet kauwen. Voorzie ook voeding met voldoende vocht (o.a. sauzen, stoven). Eens je de klachten hebt aangepakt, is het misschien niet (meer) nodig om je voeding aan te passen.

Blijf zo lang mogelijk kauwen.

Schakel niet te snel over op zachte of vloeibare voeding. Goed kauwen op voedsel zorgt voor een betere en langere smaakervaring door het vrijkomen van aroma’s. Ook de textuur van de voeding draagt daartoe bij, denk maar aan het verschil tussen een knapperige en een melige appel. Tijdens het kauwen gebruik je verschillende spieren die je ook gebruikt als je spreekt en het zorgt voor een goede doorbloeding van de hersenen.

Eerste hulp bij slikmoeilijkheden

Naast moeilijker kauwen, kan je ook slikmoeilijkheden ervaren. Bijvoorbeeld door veroudering van de slikspieren, afname van speekselproductie, smaak- en geurverlies, ingreep ter hoogte van de mond of keel … Een verminderde kauwfunctie kan ook een oorzaak van slikmoeilijkheden zijn. Slikproblemen en verslikken kunnen leiden tot anders of minder eten en mogelijk tot een slechtere voedingsstatus.

  • Moet je hoesten voor het slikken? Dan is er misschien voeding, speeksel of drinken in de luchtpijp terechtgekomen. Het licht indikken van dranken kan dan nodig zijn.
  • Moet je hoesten voor, tijdens of direct na het eten? Dat betekent dat er eten of drinken in de luchtpijp dreigt te geraken in plaats van in de slokdarm. Bekijk de fysieke slikmogelijkheden (zoals bijt- en tongkracht …), pas de consistentie van eten en drinken aan waar nodig en bekijk welke compenserende maatregelen kunnen helpen. Roep op tijd gespecialiseerde hulp in van een logopedist om de mate van de slikproblemen te bepalen en te bekijken hoe je die kan aanpakken. Een ergotherapeut kan advies geven rond ondersteunende hulpmiddelen zoals aangepaste bekers om veiliger te drinken.
  • Moet je meermaals hoesten enige tijd na het eten? Kleine etensrestjes uit de mond kunnen een weg naar de luchtpijp vinden. Drink voldoende na de maaltijd om kruimels en etensresten in de mond te weg te spoelen.

Naast het aanpassen van de textuur van voedsel en/of drinken zijn er nog aandachtspunten en compenserende maatregelen om het slikproces vlotter te laten verlopen.

  • Eet en drink rustig met kleine slokjes/hapjes. Zo verminder je het risico op verslikken.
  • Zorg voor een veilige slikhouding. Zit goed rechtop met de kin licht naar de borst. Zo wordt de luchtpijp effectiever afgesloten.
  • Vermijd zoveel mogelijk voedingsmiddelen die het risico op verslikken vergroten, zoals peterselie, kervel, rijst en vezelachtige voeding (asperges, prei). Banaan en sandwich kunnen een plakkerige brok vormen die moeilijk door te slikken is.
  • Temperatuur en extra smaak beïnvloeden het slikken, bijvoorbeeld koude en/of zure dranken stimuleren de slikprikkel.
  • Zorg voor een goede mondhygiëne voor en na de maaltijden. Achterblijvende restjes kunnen verslikking in de hand werken.
  • Pas enkele sliktechnieken toe, zoals de kin naar de borst, extra krachtig slikken en bewust de adem inhouden tijdens het slikken.

Overschakelen op medische bijvoeding, vervangvoeding, sondevoeding of infuus kan nodig zijn als het risico op verslikken te groot is, ondanks alle voedingsaanpassingen en compensatietechnieken. Raadpleeg een logopediste en/of arts om de ernst van het slikrisico te bepalen, en een diëtist voor het opstarten van medische (bij)voeding.

Vastheid van voeding en drank aanpassen

De consistentie of vastheid van voedsel kan variëren van vast tot vloeibaar. Afhankelijk van het probleem kan het noodzakelijk zijn om de consistentie deels tot volledig aan te passen. Voor kauwproblemen pas je de consistentie van voedsel aan en voor slikproblemen de consistentie van voedsel en/of drinken.

Schakel niet te snel over van gewone voeding naar volledig gemixte voeding, maar probeer de vele mogelijke tussenstappen. Het is belangrijk om zo lang mogelijk te blijven kauwen.

Hoe voeding een andere textuur geven, van ‘gewoon’ tot ‘vloeibaar’?

  • Zachte voeding: kies voor zacht vlees, groenten e.d. Snij harder voedsel klein.
  • Plet en/of prak eten om gehakte voeding te bekomen.
  • Pureer, mix en/of gebruik een blender om ‘gepureerde voeding’ te bereiden. Voeg wat extra vocht toe (water, bouillon, melk, room …) als dat nodig blijkt. Zo hoef je niet altijd gehakt te kiezen, maar kan je ook andere vleesbereidingen gemalen serveren.
  • ‘Volledig vloeibare voeding’ verkrijg je door voeding te mixen en daarna te zeven.

Enkele tips om bepaalde voedingscomponenten stapsgewijs aan te passen.

  • Moeite met vlees? Probeer vlees met verschillende consistenties, van een gewoon stuk vlees naar zachtere vleessoorten, (fijn) gesneden vlees, gehaktbereidingen tot gemalen en gemixt vlees. Ook vis is een zacht alternatief en kan je gewoon, gesneden en gemalen of gemixt eten. Let dan wel op voor de aanwezigheid van graten.
  • Te knapperige groenten? Zowel de bereiding als het soort groenten kunnen een groot verschil maken. Zo zijn bereide groenten doorgaans zachter dan rauwe groenten en kan je de bereidingstijd verlengen om de groenten nog zachter te garen. Het (fijn) snijden kan het eten van groenten gemakkelijker maken voor je overgaat tot hakken, raspen en pureren van groenten.
  • Een te harde appel om in te bijten? Geef de voorkeur aan rijp fruit en kies de zachtere soorten. Snijden maakt fruit al makkelijker om te kauwen, voor je begint te hakken, raspen en persen.
  • Vloeistoffen indikken bij slikmoeilijkheden?
    • Moet je soep verder indikken? Voeg dan aardappel(zetmeel) of room toe.
    • Serveer dranken die van nature iets dikker zijn, zoals drinkyoghurt.
    • Bereid zelf ingedikte dranken. Serveer bijvoorbeeld een lopende chocoladepudding als alternatief voor chocomelk.
    • Je kan indikkingspoeders gebruiken, zoals Nutilis, ThickenUp en Thick&clear, in warme en koude vloeistoffen. De verhouding tussen de hoeveelheid vloeistof en de hoeveelheid toegevoegd poeder bepaalt de dikte van het eindproduct. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig om het gewenste resultaat te bekomen.
    • Wil je heldere vloeistoffen zoals water en thee indikken? Kijk dan op de verpakking of het poeder geschikt is voor heldere oplossingen om een troebel resultaat te vermijden. De poeders veranderen de smaak niet, maar kunnen wel de smaakperceptie veranderen aangezien de textuur anders is dan je verwacht. Dat valt het meest op bij water. Je zal ingedikt water makkelijker aanvaarden als je smaak of kleur toevoegt met bijvoorbeeld grenadine.

Niet alleen de consistentie van de maaltijd is belangrijk, ook de presentatie ervan. Het oog wil ook wat! Meng de verschillende componenten daarom niet onder elkaar en zorg dat je ze nog herkent. Een deel van de smaakperceptie gaat verloren als je de textuur aanpast. Versterk daarom de smaak en het aroma door kruiden en specerijen te gebruiken.

Meer weten?

Raadpleeg je huisarts, diëtist, ergotherapeut of logopedist voor persoonlijk advies.
Betrouwbare info over mondgezondheid vind je bij Gezonde Mond.
De Kookgids ‘Als eten moeilijker wordt…’ van Parkis kookatelier bied inspiratie voor voeding met aangepaste consistentie.