Jouw energiebehoefte kunnen we vergelijken met een weegschaal. Hoeveel energie je inneemt moet in balans zijn met hoeveel je er verbruikt. Neem jij meer energie op (door te eten) dan dat je er verbruikt (door te bewegen en door regelmatig je zitgedrag te doorbreken)? Dan zal je aankomen. Neem je minder energie op dan dat je er verbruikt? Dan val je af. Je herkent dit misschien wel uit de fysica, het is de Eerste wet van de Thermodynamica. Een gezond lichaam houdt haar energie-inname en -verbruik goed in balans dankzij gezonde voeding in combinatie met een gezonde mix van zitten, staan en bewegen.

Energiebalans

Totale energiebehoefte

Je totale energiebehoefte bestaat uit verschillende vormen van energieverbruik: in rust, voor vertering en door te bewegen. Je ruststofwisseling en energieverbruik voor vertering zijn persoonlijk, maar vrij stabiel. Wat je verbruikt door beweging varieert vaak. 

Lichaam in rust

Het merendeel van de energie die je opneemt via voeding, verbruikt je lichaam in rust. Ook wanneer je bijvoorbeeld slaapt of in de zetel zit, verbruik je energie: je hart dat klopt, je ademhaling en spijsvertering die werken en je lichaam dat zijn temperatuur rond 37 °C houdt. Deze energiebehoefte noemen we ruststofwisseling of basaal metabolisme. Ze is voor iedereen anders en hangt af van je genen en factoren als je lengte en gewicht, leeftijd en geslacht. Mannen hebben een hogere stofwisseling dan vrouwen. Dat komt omdat ze in verhouding meer spieren hebben en spierweefsel meer energie verbruikt dan vetweefsel.

Vertering

Het voedsel dat je eet, wordt verteerd en omgezet in energie. Maar ook bij dat verteren zelf verbruikt je lichaam energie.

Beweging en fysieke activiteiten

Je lichaam verbruikt ook energie als je beweegt in je vrije tijd (bv. wandelen, spelen, sporten), op het werk of op school, tijdens actieve verplaatsingen (bv. stappen en fietsen), of thuis (bv. wassen en aankleden, het huishouden doen). 

Heb je een zittend beroep of doe je (zwaar) fysiek werk? Breng je je weekends vooral door op de sofa of ga je op stap in de stad of in de natuur? Sport je regelmatig…? Wie fysiek actiever is, verbruikt uiteraard meer. Als je beweegt, hangt je energieverbruik af van de ‘intensiteit’ waarmee je beweegt. Zo kan je licht intensief, of matig intensief, of hoog intensief bewegen. Deze niveaus van intensiteit vind je terug in de groene zones van de bewegingsdriehoek.  

Heb je overgewicht of obesitas en een middelomtrek met verhoogd of sterk risico? Heb je regelmatig last van pijn in je gewrichten tijdens het sporten? Start dan eerst met leuke activiteiten waarbij je lichaam deels ‘gedragen’ wordt of waarbij je gewrichten niet extra belast worden: bijvoorbeeld (elektrisch) fietsen, zwemmen, stevig doorwandelen, bewegen op een Finse piste of gras en niet op beton.

Zelfs als je meer en intensiever beweegt kan je toch een ongunstige BMI en middelomtrek hebben door ongezond te eten. Gezonde voeding blijft in alle omstandigheden belangrijk. Bewegen wekt de eetlust op. Probeer dus ook na een fysieke inspanning je verhoogde energiebehoefte in te vullen met een gezonde snack of maaltijd.

Zoek je een beweegplan op jouw maat en professionele hulp hierbij? 

Contacteer dan je huisarts en vraag naar een professionele coach van Bewegen Op Verwijzing in je buurt. Samen met deze coach maak je een beweegplan en de coach helpt je verder. De Vlaamse overheid betaalt het grootste deel van deze dienst.